Dagboek

 

Beute Selectie info.

Bij het beoordelen van een duif zal worden gekeken naar de uiterlijke kenmerken, wat in het kopje gebeurt kunnen we niet zien. Of een duif op uw hok goed, matig of slecht verzorgd gaat worden in de toekomst kunnen we niet zien. Een goede liefhebber maakt van een iets minder gebouwde duif makkelijker een goede vlieger. En er zijn legio mensen die door slechte verzorging of “het gewoon niet zien” van een goed gebouwde duif met intelligentie zo maar een matig presterende duif maken.
De hand van u als liefhebber, en vooral uw ogen bepalen voor een deel de prestatie van uw duiven. Met uw ogen bedoel ik natuurlijk of u het ziet, een ziekte, het klimaat, de motivatie en wat er op uw hokken gebeurt, u moet het wel zien.

Bij de handselectie(beoordeling) zal eerst een bepaald type genoteerd worden, de meeste Vitesse duiven zijn wat breder aan de voorzijde, hellen wat naar voren, hebben gemiddeld een iets grotere bouw met bijbehorende grotere kop. En over het algemeen hebben Vitesse duiven een iets langere arm, hun borstspieren liggen dichter tegen het borstbeen aan en voelen wat harder aan. Mijn mening is dat een duif de eerste èèn, twee a drie uur(max) met zijn kop vliegt, ik bedoel daarmee dat een duif de eerste uren vliegt op motivatie en oriëntatie en met een matige tot slechte bouw zelfs kopprijzen kan winnen. Maar met een matige tot slechte bouw zullen de meeste duiven het geen seizoen kunnen volhouden. Ook de beste Vitesse duiven op afdeling en zeker op nationaal niveau zijn goed tot zeer goed gemaakt(van bouw).

Bij de allround duiven( types) zien we dat ze beter in de hand liggen, iets smaller aan de voorzijde, iets meer “vulling” aan de achterzijde, beter gespierd (ook iets verder van het borstbeen af gelegen). Allround types moeten in principe in staat zijn te presteren op alle vluchten van Vitesse, Midfond en dagfond. Door training, voeding en conditionering kan een allroundtype (zonder uiterlijke fouten) prijs vliegen op al deze afstanden.

Een eendaagse fondtype is heden ten dage wat kleiner van bouw, zijn rond, voelen vaak als een balletje(duivinnen), zijn goed gespierd en hebben een korte arm. Mijn mening is dat er niet heel veel verschil zit tussen een allround en een eendaagse fond duif qua type. Een duif die een vlucht van 700 km met 1000 mpm kan winnen (11,5 uur vliegen) kan dat ook op een vlucht van maar 2 uurtjes vliegen. Door motivatie, oriëntatie en het systeem van u als liefhebber. Andersom gaat dat bijna nooit op, een echte vitesse duif zal een 3/5 uurtjes vlucht soms nog aan kunnen maar zal afhaken bij die langere vluchten (langere vluchten qua aantal uurtjes). En soms kan een duif met vitesse bouw zelfs een eendaagse fondvlucht winnen, als de wind van achter komt, het uurtjes vliegen dus veel minder is, en door super motivatie kan het gebeuren dat zo een duif een npo vlucht wint. Ik zelf had dat bijvoorbeeld op Orleans 2012, toen ik met een jaarling de eerste npo won, de duif was een echte vitesse duif, en was van echt sprinterbloed (afstamming Euro Heremans). Was het een echte fondvlucht geweest met 9 tot 12 uurtjes vliegen dat had ze echt geen prijs gewonnen. Wat we bij de beste duiven op de eendaagse vluchten steeds vaker zien is dat de arm zo kort is dat hij bijna niet waarneembaar is en samen met goede spieren een vibrerende vleugel geeft, de zogenaamde trillers. U ziet op internet steeds meer filmpjes van duiven met een trillende vleugel (de liefhebber tilt de vleugel dan iets op). Meer en meer krijgt men door dat die trillende vleugels samen gaan met korte armen en goede spieren. Echte toppers op de vluchten met “veel uurtjes vliegen” hebben dat..

Marathon duiven zijn een slag apart, hier zien we een ander type duif. De ochtendlossing duiven (ZLU of non-stop) lijken veel op eendaagse fondduiven, hebben meestal een langere rug en een andere mentaliteit, ze zijn was rustiger in de handen en hebben voelbare andere spieren. Bij de overnachtduiven (middag lossing 800/ 1000 km) zien we meer diversiteit, er zijn heel goed gebouwde duiven bij en dat zijn altijd degene die het vaker dan èèn keer doen.                       
Duiven die echt vijf of zes keer een overnachtvlucht met goed gevolg volbrengen zitten ook de best gebouwde duiven.
Bij overnachtduiven (middaglossing 800/950 km) die een prijs winnen en soms zelfs vroeg maar matig van bouw zijn vinden we vaker nachtvliegers, die zijn minder in staat kop te vliegen door hun bouw maar omdat ze in de nacht stukken inhalen komen ze gewoon naar voren op de uitslag. Dus ook bij deze middaglossingen vinden we bij de echte supers een goede tot perfecte bouw. Maar zo nu en dan zien we een duif die het toch goed gedaan heeft op deze vluchten die minder goed van bouw zijn. Zie het als bij vitesse duiven. Ook daar zien we soms minder gebouwde duiven die het toch goed doen door hun verstand en motivatie. Maar dus ook bij de middag lossingen.
Duiven die in de nacht aankomen hebben trouwens allemaal een soort ster in het oog. De ondergrond kleur (vaak geel) zien we dan met uitsteeksels cq punten in de iris kleur. Het is opvallend dat alle nachtvliegers dat hebben. Omdraaien kun je het natuurlijk niet, je kunt niet zeggen dat iedere duif met zo een oog een nachtvlieger is. Dat vergeten mensen vaak: bepaalde kenmerken zie je bij top duiven, maar niet alle duiven met die kenmerken zijn top duiven.

Bij het keuren cq selecteren kijk ik altijd even naar de ogen. In mijn methode zijn er maar twee oogkleuren zijnde wit en geel. Ik kijk naar de ondergrond kleur en die is gewoon altijd wit of geel. Gemiddeld zie je bij vitesse duiven wat meer witogen en bij duiven voor de langere afstanden wat meer geel ogen. Bij marathon duiven zien we daarnaast ook nog eens dat gemiddeld de ogen wat donkerder zijn, de iris gaat wat meer naar de bruine kleur toe. Die mooie donkere ogen zien we ook vaker bij duiven die onder tropische omstandigheden wat vaker aan de kop zitten. Door de evolutie zijn die duiven ofwel die ogen daar geschikter voor. In landen met hoge temperaturen en dan ook nog spelers van lange afstanden zien we bijna alleen donkere ogen (meestal geel als ondergrond, ik noem ze zonnebril ogen).

Dan komen we nog bij wat ik plus of min ogen noem. Plus-ogen hebben een donkere antracietkleurige ring(verkenningcirkel) om de pupil en min-ogen  hebben die niet (of maar gedeeltelijk). Qua kwaliteit in presteren of kweken maakt het niets uit of een duif een plus of een min oog heeft. Wel zeer opvallend is dat alle echte superduiven die ik zag en waarvan ik de ouders mocht bekijken, dat één van die ouders een plus oog heeft of soms zelfs beide ouders of heel soms dat beide ouders een halve verkenningsring hebben. Een top duif uit twee ouders met een min oog heb ik nog niet gezien. Om de meeste kans te maken op goede jongen zet je dus steeds de best gebouwde duiven tegen elkaar en kijk je bij de koppeling naar de ogen, zorg dat dat één van de duiven van het koppel een plus-oog heeft. Kweek nooit alleen met duiven omdat ze mooie ogen hebben, als er een slechte bouw op een duif zit mag hij een geweldig oog hebben, kweken doen we er dan niet mee.

Andere opvallende zaken bij veel top duiven is dat ze een kleine pupil hebben, soms zelfs boos kijken en een scherpe bek hebben. En opvallend bij goede kweekduivinnen is dat ze naast een goede bouw, een (meestal) plus oog hebben dat er twee wratjes onder aan de bek zitten. Natuurlijk niet bij allemaal, maar wel opvallend dat het zo veel zijn die het wel hebben.

Liefhebbers die een geweldig kweekkoppel hebben, waar gewoon diverse asduiven, teletekst duiven of eerste prijswinnaars uit komen zijn soms verontwaardigd dat ik één van die duiven van het koppel een goede waardering geef en de ander een slechte. Ik denk dat heel veel top kweekkoppels gewoon één goede duif zijn met een …. partner. Dus dan heeft zo een liefhebber gewoon een goede kweekduif en is het soms nog beter om het koppel te scheiden en een betere partner te nemen.

We hebben het nog niet echt gehad over de rug en de vleugels en de stuit en dat zijn toch belangrijke onderdelen. Om met de rug te beginnen, eigenlijk moeten we spreken over rug, lendenen en bovenstuit. Maar ik noem het in één keer gewoon de rug. De rug is voor mij misschien wel het minst belangrijke aan een duif. Er zijn heel goede duiven die een matige rug hebben, geen slechte rug met zo een aangeplakte staart hoor, maar een matige rug. Een matige rug zou op de tentoonstelling 18 punten krijgen. Bij de rug zou je kunnen zeggen: Matig is het nieuwe goed. Die plank-ruggen die men vroeger graag zag en die eigenlijk op de show nog steeds gewenst zijn zie we bij de huidige topvlieger bijna niet. Goede hedendaagse wedstrijd duiven hebben een matige tot goede rug.
De stuit van een duif is veel belangrijker, maar niet altijd het zelfde te beoordelen. Door de rui, ziekte, zwakke gezondheid, ouderdom of veel eitjes leggen kan een stuit tijdelijk of blijven wat open staan. Soms zelfs heel erg open wanneer een duif veel te dik is of een breuk heeft, dan zou je een stuit moeten afkeuren... maar als je de oorzaak weet of in een bepaalde periode zit moet je er wel rekening mee houden. En er zijn diverse meningen over, in mijn visie moet een stuit goed gesloten zij, dik en stevig aanvoelen en niet te puntig. Maar door ervaring voel ik soms de oorzaak, dan is het niet iets van de desbetreffende duif maar een “tijdelijk of door oorzaak slechte stuit”.
Bij de vleugels zijn voor mij enkele zaken van belang. Ik heb het armpje graag zo kort mogelijk, omdat ik duiven wil die 11 uur kunnen vliegen. Maar selecteer ik een vitesse duif dan mag het armpje gerust langer zijn en krijgt hij toch het woord “goed”. In mijn visie moet er een redelijke verspringing tussen de voorvleugel en achtervleugel zitten ofwel de pennen van de achtervleugel “de broek” moeten wat korter zijn dan de eerste slagpen van de voorvleugel cq actieve vleugel.
Wanneer men de jongen net afzet van de ouders dan kijkt u daar niet naar, pas na de grote rui is de verspringing goed zichtbaar. En heel belangrijk vind ik dat de eerste vier/vijf slagpennen van de voorvleugel mooi dicht tegen en over elkaar liggen. Ik wil geen zogenaamde kippenvleugel , een kip kan slecht vliegen omdat de pennen te ver uit elkaar staat. Een kippenvleugel bij duiven is belangrijk maar niet van levensbelang, ze kunnen gewoon prijs winnen natuurlijk, maar het kost hun tijd, ze hebben gewoon minder draag en slagkracht. Bij echte super duiven zie ik het nooit. Wel opletten: door geen bad te geven gaan de eerste pennen wat uit elkaar staan, worden wat smaller en het lijkt of ze vierkanter zijn, het is dan geen kippenvleugel van geboorte maar door de omstandigheden en de verzorging van de baas zo geworden. Verder zie ik bij top duiven altijd een vrij lange vleugel die tot in het donkere stuk van de staart komt. Soms ziet men een duif met een mooie lange vleugel en die toch niet tot in het donkere stuk van de staart komt.... deze duiven hebben een slechte rug, waardoor er een aangeplakte staart aan hangt.. het lijkt dan voor sommigen alsof de vleugels te kort zijn.

Al met al veel info over selectie. Na de keuring krijgt een duif een cijfer variërend van 5 tot en met 8,5 . Geen enkele duif krijgt hoger dan een 8,5 (al denk ik het wel eens, deze verdiend een 9). In mijn methode kweekt men met alle duiven die het cijfer 8 hebben en dat is 8-. 8. 8+ of 8,5 soms moet ik het even uitleggen maar een 8- is dus net onder een 8 en een 8+ net boven de 8. Met een 7,5 kan men prima vliegen maar kweken pas wanneer het blijkt een excellente vlieger te zijn. In mijn visie moeten alle duiven onder de 7,5 verdwijnen van de hokken. Al vinden we heus wel eens een duif met een 7+ die het goed doet. Deze duif heeft dan veel verstand, oriëntatie en of motivatie en wat in het kopje van een duif aanwezig is kunnen we niet zien. Vooral als jonge duif en of op de vitesse zien we dus wel eens een 7 die het goed doet. Laat hem dan lekker op die afstanden, geniet er van maar kweek er niet uit. De kans dat uit matig gebouwde duiven een goede komt is bijna uitgesloten (kijk wel even bij het stukje over een goed kweekkoppel).

Ik denk dat iedereen die echt selecteert op duiven met een 8, die bij elkaar houd en zijn best doet beter gaat presteren dan ooit.
Uitzonderingen zijn er altijd, niemand is zonder fouten, ook een duiven keurder niet en men praat gewoonweg liever over die ene 6 die een goede duif werd dan over die honderden met een 8 die het ook werden. En laat u niet foppen, soms hoor ik: u heeft het fout want deze 6 is een goede duif omdat zijn opa een goede of dure was....  Of u heeft het fout, deze 6 is een goede vlieger. Op mijn vragen over welke prestaties? Ja drie eersten...op mijn hok... en ik speel niet zo goed. Regelmatig hoor ik over super prestaties maar bij navraag op papier.. komt er niks. GJB

ZONDAG 3 MEI
3-5-2020

Update Beute 30-04-2020

 

We zitten op dit ogenblik midden in de Corona crisis , vorige week dinsdag 21 April kregen we vanuit onze regering wederom te horen dat we er nog lang niet zijn. Ik hoef het u allemaal niet te vertellen natuurlijk, het is de grootste ramp in de geschiedenis van de huidige generatie. Maar ik wil niet teveel over het Corona virus uitweiden .

Maar in de duivensport hebben we er natuurlijk wel last van, dus ga ik wel in op de omstandigheden in en rond de hokken in deze “corona” tijd.

Toen we met zijn allen hoorden dat we niet konden gaan vliegen, kwamen er van iedereen vragen over hoe en wat te doen. De vragen kwamen niet alleen bij mij natuurlijk maar bij alle bekendere spelers, duiven doktoren of andere kenners. Wat te doen met de oude duiven? , wat te doen met rui? Hoe de duiven te begeleiden in deze tijd van “geen vluchten” . Ik heb overal zo veel mogelijk antwoord op gegeven , in de stijl die ik altijd doe: Glashelder. Maar ook hier is er geen ervaring mee natuurlijk, maar heb er mijn gedachten wel over.

 

Eerst maar het begin

 

Hier zijn de vliegduiven eerst samen gezet op de dag voor kerst dus op 24 december, de vliegers mochten grotendeels hun eigen jongen groot brengen, al werden er natuurlijk onder enkele koppels wat eieren van kwekers geschoven. Er zijn nu eenmaal altijd een paar vliegers waar je nog niet gelijk jongen van hoeft, dat is bij iedereen zo. We hadden een ongelofelijke kweek dit jaar, van de 54 koppels( en dat zijn de kwekers en vliegers samen) heb je dus maximaal 108 eieren ofwel 54 x 2 toch? Èèn duivin op het vlieghok legt niet meer, ze is nog jong van 2017 maar toch kwam er niks. Dus dan blijft het maximale aantal van 106 over. We gaven twee eitjes weg aan vrienden uit Hichtum(bij Bolsward), dus dan waren er nog maximaal 104 stuks, ja we kunnen goed tellen. En van die 104 eieren hebben we 100 jongen kunnen ringen en afzetten. Dus vier eitjes waren of onbevrucht of kapot. Van die 100 jongen gingen er eind februari 15 naar vrienden in Kroatië, dus zijn er hier maximaal 85 jongen in het “Oude hok”gezet. Van die 85 jongen voor ons zelf zijn er nu vandaag op 24 April nog 72 stuks. Dus voor de snelle rekenaars zijn er 13 stuks weg en dat is bij ons opgegeten door de roofvogels of door eigen selectie.

De kwekers brengen hun jongen gewoon groot, ik zet er een broedschaal naast zodra de jongen ongeveer 10 dagen oud zijn. Doordat je er een schaal naast zet gaat het koppel eerder weer op weg naar de volgende ronde en het heeft het als voordeel dat de eieren niet bij de jongen gelegd worden(die beschadigen of bevuilen ze wel eens). Bij de vliegduiven gaan de duivinnen erbij weg zodra er naast de jongen weer een ei ligt. Een ei naast de jongen is dus het teken dat de duivinnen naar hun eigen hok gaan en op weduwschap staan. Het tweede ei leggen ze dan in het duivinnen hok. De doffers brengen de twee jongen verder groot. Op zondag 16 februari 2020 heb ik alle jongen bij de doffers weg gepakt en gespeend. Vanaf de 17e stonden de doffers dus ook op weduwschap. Ze worden hier normaliter niet opnieuw gekoppeld voor het seizoen wat begint rond de eerste zaterdag in April.

Nu ben ik door het corona virus er iets van afgeweken, ik heb de vliegduiven opnieuw op eieren laten komen, maar gelijk na het leggen van de eieren weer gescheiden. Ze hebben niet kunnen broeden. Wanneer een duif de tweede keer mag broeden gaat de rui beginnen en dat willen we nog niet hè. De eieren van de vliegduiven zijn weg gegeven, ik wilde de duiven zes a zeven dagen bijeen laten, maar heb het iets langer gedaan om de eitjes te kunnen opvangen en deze zijn natuurlijk gratis naar andere liefhebbers gegaan. Hier worden de oude duiven nooit verduisterd en heb het ook dit seizoen niet gedaan. Ik adviseer het andere liefhebbers wel moet ik eerlijk zeggen, omdat het waarschijnlijk de beste en veiligste oplossing is. Maar hier doe ik alles net even anders, ben namelijk van mening dat je alleen kunt vergelijken als je het anders doet dan anderen. Welke methode dan het beste was blijkt eind van het seizoen. Valt de rui hier straks hard in dan heb ik het fout gedaan en hebben de anderen geluk. Valt het mee straks dan weten we dat ook gelijk. Andere jaren beginnen we met verlichten van de oude duiven reeds in Mei na de eerste eendaagse fondvlucht, die is meestal rond de 10e van de Mei maand. Omdat we nu nog niet begonnen zijn met het seizoen doe ik het niet, nu gaat het waarschijnlijk mee met de jongen vanaf de langste dag(21 Juni). Dus resumé, de vliegers hebben jongen groot gebracht, niet verduisterd, opnieuw samen gezet en gelijk bij het tweede eitje weer gescheiden en met belichten begin ik later.

 

Systeem normaal en nu

 

Op maandag 2 maart zijn we gewoon begonnen met de Beute kuur, zoals bijna iedereen in Nederland en België (Duitsland meestal twee weken later). De Beute opstart kuur bestaat uit 14 dagen lang iedere dag LTW door het water en een 7 tal dagen CLEAN Balance door het water. De meeste mensen beginnen met de LTW en dan de Clean Balance, maar hier in zien we een verandering en misschien wel heel goed. Dat wil zeggen eerst de schoonmaak kuur met CLEAN BALANCE en daarna “laat ze hard trainen kuur” met LTW. De Olympic MG Mix word bij de kampioenen altijd gegeven, zomer en winter, rui of kweek of vlucht. Het verschil met het vliegseizoen en de andere weken is dat het in het vliegseizoen in een vast schema gegeven word van twee dagen begin van de week. En dat het in het vliegseizoen met Lecithine olie word aangeplakt en de andere weken meestal met Colicontrol. Liefhebbers die vroeger wel eens last hadden van spier problemen bij hun duiven ( o.a. Scheefvliegers) zien dat helemaal niet meer bij regelmatig gebruik van de Olympic MG Mix.

Hier ondanks dat we nog niet spelen met de duiven, is het schema qua Beute producten gewoon het zelfde. Dus nu op zaterdag en zondag Clean Balance door het water. Op maandag , dinsdag en woensdag LTW door het water, waarvan op woensdag samen met CVS(Vitaminen – brengt de zon op het hok). Op zondag en maandag gaat hier Olympic MG Mix over het voer aangeplakt met Colicontrol. U ziet dat het gebruik van de MG mix is verplaatst van maandag en woensdag naar zondag en maandag. Door ervaringen van de nationale kampioenen en de terug koppelingen van Johan den Hartog, Oliver Sabol, Maarten Huijsmans, Stef Bals, Herman Calon en anderen kwam naar voren dat zij de MG mix eerder gebruikten, met als reden dat het dan eventueel nog een dag extra kan op dinsdag of woensdag( de duiven zijn maandag avond al weer vol in training). De Colicontrol geeft ook bij de ouden natuurlijk een prachtige mest, door de geweldige werking op de darmflora. We zien dat juist in deze corona tijd de top spelers, dus de liefhebbers met de beste resultaten gewoon het Beute systeem aanhouden. Ze laten het niet verslappen nu, ook dit weer een verschil tussen de kampioen en de niet-kampioen.

 

Verduisteren jonge duiven

Die eerste groep jongen is verduisterd vanaf 10 Maart dus dat is nu 5 weken( want het is vandaag wanneer ik dit schrijf 24 April). We verduisteren hier wat anders dan bij vele liefhebbers trouwens. Om 16.00 uur gaat alles al dicht en dan in de ochtend na 08.00 uur pas weer open, maar dat is vaak 08.30 uur, dus ruim 16 uur per dag zitten ze in het donker. Ik maak gelijk het verduister verhaal maar af, want ik spring nogal eens van de hak op de tak. Dat lange verduisteren doen we normaliter tot 1 Mei, op 1 Mei gaat het naar verduisteren om 15.30 uur reeds maar dan tot 23.00 uur. Om 23.00 uur in de avond pak ik het weg, dan kan de ochtend gewoon op het hok beginnen gelijk aan de natuur.

Dit tweede deel van de verduistering houden we dan weer vol tot 1 juni, op 1 Juni pak ik alles weg en mag de zon komen en gaan op de hokken. Tussen 1 juni en 21 juni doen we niks, laten we dat het derde deel noemen. En dan op 21 Juni, de langste dag van het jaar, gaan de lampen aan en gelijk van 05.00 uur tot en met 23.00 uur en ook overdag. Hier in zijn we ook wat anders dan de meeste liefhebbers, we houden namelijk het licht ook aan overdag. Waarom? Omdat we de duiven steeds een zelfde hoeveelheid licht willen geven, en op donkere dagen is het in de natuur wel eens wat minder. Wanneer dan de eerste vlucht begint bij de jongen, gaan we naar deel 4 in ons jonge duiven systeem. De duiven komen terug van de eerste wedvlucht en de schakelklok van het licht is op 23.15 uur gezet. Dus 15 minuten langer. De dag van de tweede wedvlucht gaat de tijdklok naar 23.30 uur, en u begrijpt het al, dat doen we na iedere vlucht, dus iedere week, dus 23.45 uur, 24.00 uur etc. De laatste vlucht kan het dus zo maar tot 01.45 uur branden. Dit systeem noemen we de Canadese methode omdat Oscar de Vries die in Canada woont dit naar buiten bracht op een Koerier film van Jos Voortman.

 

 

 

 

Het afgelopen seizoen 2019:

 

Het vorige seizoen, dus 2019 was voor ons een geweldig seizoen. Met ruim 25 eerste prijzen, een 1e NPO (met Lucinde op Troyes 550 km), en de beste jonge duif van Nederland op de midfond in alle competities : WHZB/BOTB, NPO en PIPA RANKING. Op alle afstanden en disciplines ging het voortreffelijk. Met de jonge duiven zelfs 10 eerste prijzen met diverse teletekst plaatsen, en zelfs de beste jonge duif van Nederland op de midfond vluchten. Maar ook hier toch weer op zoek naar beter. Er zijn enkele duiven bijgehaald en er zijn aanpassingen gedaan aan de ventilatie van het hok en zelfs zijn de wateraders geneutraliseerd. Stilstaan is achteruitgang zeggen ze wel eens toch?

 

Toekomst duivensport:

 

Natuurlijk zitten we nu in een zeer moeilijke periode , het Covid 19 virus raast over onze aardbol en hebben we nog geen idee wanneer we het achter ons kunnen laten. Aanpassingen zullen er komen, daar kunnen we op rekenen. Maar de duivensport gaat gewoon door hoor, let maar op.

 

Volgende keer deel 2 van deze update

Terug