
Dagboek
Beute Selectie info.
Bij het beoordelen van een duif zal worden gekeken naar de uiterlijke kenmerken, wat in het kopje gebeurt kunnen we niet zien. Of een duif op uw hok goed, matig of slecht verzorgd gaat worden in de toekomst kunnen we niet zien. Een goede liefhebber maakt van een iets minder gebouwde duif makkelijker een goede vlieger. En er zijn legio mensen die door slechte verzorging of “het gewoon niet zien” van een goed gebouwde duif met intelligentie zo maar een matig presterende duif maken.
De hand van u als liefhebber, en vooral uw ogen bepalen voor een deel de prestatie van uw duiven. Met uw ogen bedoel ik natuurlijk of u het ziet, een ziekte, het klimaat, de motivatie en wat er op uw hokken gebeurt, u moet het wel zien.
Bij de handselectie(beoordeling) zal eerst een bepaald type genoteerd worden, de meeste Vitesse duiven zijn wat breder aan de voorzijde, hellen wat naar voren, hebben gemiddeld een iets grotere bouw met bijbehorende grotere kop. En over het algemeen hebben Vitesse duiven een iets langere arm, hun borstspieren liggen dichter tegen het borstbeen aan en voelen wat harder aan. Mijn mening is dat een duif de eerste èèn, twee a drie uur(max) met zijn kop vliegt, ik bedoel daarmee dat een duif de eerste uren vliegt op motivatie en oriëntatie en met een matige tot slechte bouw zelfs kopprijzen kan winnen. Maar met een matige tot slechte bouw zullen de meeste duiven het geen seizoen kunnen volhouden. Ook de beste Vitesse duiven op afdeling en zeker op nationaal niveau zijn goed tot zeer goed gemaakt(van bouw).
Bij de allround duiven( types) zien we dat ze beter in de hand liggen, iets smaller aan de voorzijde, iets meer “vulling” aan de achterzijde, beter gespierd (ook iets verder van het borstbeen af gelegen). Allround types moeten in principe in staat zijn te presteren op alle vluchten van Vitesse, Midfond en dagfond. Door training, voeding en conditionering kan een allroundtype (zonder uiterlijke fouten) prijs vliegen op al deze afstanden.
Een eendaagse fondtype is heden ten dage wat kleiner van bouw, zijn rond, voelen vaak als een balletje(duivinnen), zijn goed gespierd en hebben een korte arm. Mijn mening is dat er niet heel veel verschil zit tussen een allround en een eendaagse fond duif qua type. Een duif die een vlucht van 700 km met 1000 mpm kan winnen (11,5 uur vliegen) kan dat ook op een vlucht van maar 2 uurtjes vliegen. Door motivatie, oriëntatie en het systeem van u als liefhebber. Andersom gaat dat bijna nooit op, een echte vitesse duif zal een 3/5 uurtjes vlucht soms nog aan kunnen maar zal afhaken bij die langere vluchten (langere vluchten qua aantal uurtjes). En soms kan een duif met vitesse bouw zelfs een eendaagse fondvlucht winnen, als de wind van achter komt, het uurtjes vliegen dus veel minder is, en door super motivatie kan het gebeuren dat zo een duif een npo vlucht wint. Ik zelf had dat bijvoorbeeld op Orleans 2012, toen ik met een jaarling de eerste npo won, de duif was een echte vitesse duif, en was van echt sprinterbloed (afstamming Euro Heremans). Was het een echte fondvlucht geweest met 9 tot 12 uurtjes vliegen dat had ze echt geen prijs gewonnen. Wat we bij de beste duiven op de eendaagse vluchten steeds vaker zien is dat de arm zo kort is dat hij bijna niet waarneembaar is en samen met goede spieren een vibrerende vleugel geeft, de zogenaamde trillers. U ziet op internet steeds meer filmpjes van duiven met een trillende vleugel (de liefhebber tilt de vleugel dan iets op). Meer en meer krijgt men door dat die trillende vleugels samen gaan met korte armen en goede spieren. Echte toppers op de vluchten met “veel uurtjes vliegen” hebben dat..
Marathon duiven zijn een slag apart, hier zien we een ander type duif. De ochtendlossing duiven (ZLU of non-stop) lijken veel op eendaagse fondduiven, hebben meestal een langere rug en een andere mentaliteit, ze zijn was rustiger in de handen en hebben voelbare andere spieren. Bij de overnachtduiven (middag lossing 800/ 1000 km) zien we meer diversiteit, er zijn heel goed gebouwde duiven bij en dat zijn altijd degene die het vaker dan èèn keer doen.
Duiven die echt vijf of zes keer een overnachtvlucht met goed gevolg volbrengen zitten ook de best gebouwde duiven.
Bij overnachtduiven (middaglossing 800/950 km) die een prijs winnen en soms zelfs vroeg maar matig van bouw zijn vinden we vaker nachtvliegers, die zijn minder in staat kop te vliegen door hun bouw maar omdat ze in de nacht stukken inhalen komen ze gewoon naar voren op de uitslag. Dus ook bij deze middaglossingen vinden we bij de echte supers een goede tot perfecte bouw. Maar zo nu en dan zien we een duif die het toch goed gedaan heeft op deze vluchten die minder goed van bouw zijn. Zie het als bij vitesse duiven. Ook daar zien we soms minder gebouwde duiven die het toch goed doen door hun verstand en motivatie. Maar dus ook bij de middag lossingen.
Duiven die in de nacht aankomen hebben trouwens allemaal een soort ster in het oog. De ondergrond kleur (vaak geel) zien we dan met uitsteeksels cq punten in de iris kleur. Het is opvallend dat alle nachtvliegers dat hebben. Omdraaien kun je het natuurlijk niet, je kunt niet zeggen dat iedere duif met zo een oog een nachtvlieger is. Dat vergeten mensen vaak: bepaalde kenmerken zie je bij top duiven, maar niet alle duiven met die kenmerken zijn top duiven.
Bij het keuren cq selecteren kijk ik altijd even naar de ogen. In mijn methode zijn er maar twee oogkleuren zijnde wit en geel. Ik kijk naar de ondergrond kleur en die is gewoon altijd wit of geel. Gemiddeld zie je bij vitesse duiven wat meer witogen en bij duiven voor de langere afstanden wat meer geel ogen. Bij marathon duiven zien we daarnaast ook nog eens dat gemiddeld de ogen wat donkerder zijn, de iris gaat wat meer naar de bruine kleur toe. Die mooie donkere ogen zien we ook vaker bij duiven die onder tropische omstandigheden wat vaker aan de kop zitten. Door de evolutie zijn die duiven ofwel die ogen daar geschikter voor. In landen met hoge temperaturen en dan ook nog spelers van lange afstanden zien we bijna alleen donkere ogen (meestal geel als ondergrond, ik noem ze zonnebril ogen).
Dan komen we nog bij wat ik plus of min ogen noem. Plus-ogen hebben een donkere antracietkleurige ring(verkenningcirkel) om de pupil en min-ogen hebben die niet (of maar gedeeltelijk). Qua kwaliteit in presteren of kweken maakt het niets uit of een duif een plus of een min oog heeft. Wel zeer opvallend is dat alle echte superduiven die ik zag en waarvan ik de ouders mocht bekijken, dat één van die ouders een plus oog heeft of soms zelfs beide ouders of heel soms dat beide ouders een halve verkenningsring hebben. Een top duif uit twee ouders met een min oog heb ik nog niet gezien. Om de meeste kans te maken op goede jongen zet je dus steeds de best gebouwde duiven tegen elkaar en kijk je bij de koppeling naar de ogen, zorg dat dat één van de duiven van het koppel een plus-oog heeft. Kweek nooit alleen met duiven omdat ze mooie ogen hebben, als er een slechte bouw op een duif zit mag hij een geweldig oog hebben, kweken doen we er dan niet mee.
Andere opvallende zaken bij veel top duiven is dat ze een kleine pupil hebben, soms zelfs boos kijken en een scherpe bek hebben. En opvallend bij goede kweekduivinnen is dat ze naast een goede bouw, een (meestal) plus oog hebben dat er twee wratjes onder aan de bek zitten. Natuurlijk niet bij allemaal, maar wel opvallend dat het zo veel zijn die het wel hebben.
Liefhebbers die een geweldig kweekkoppel hebben, waar gewoon diverse asduiven, teletekst duiven of eerste prijswinnaars uit komen zijn soms verontwaardigd dat ik één van die duiven van het koppel een goede waardering geef en de ander een slechte. Ik denk dat heel veel top kweekkoppels gewoon één goede duif zijn met een …. partner. Dus dan heeft zo een liefhebber gewoon een goede kweekduif en is het soms nog beter om het koppel te scheiden en een betere partner te nemen.
We hebben het nog niet echt gehad over de rug en de vleugels en de stuit en dat zijn toch belangrijke onderdelen. Om met de rug te beginnen, eigenlijk moeten we spreken over rug, lendenen en bovenstuit. Maar ik noem het in één keer gewoon de rug. De rug is voor mij misschien wel het minst belangrijke aan een duif. Er zijn heel goede duiven die een matige rug hebben, geen slechte rug met zo een aangeplakte staart hoor, maar een matige rug. Een matige rug zou op de tentoonstelling 18 punten krijgen. Bij de rug zou je kunnen zeggen: Matig is het nieuwe goed. Die plank-ruggen die men vroeger graag zag en die eigenlijk op de show nog steeds gewenst zijn zie we bij de huidige topvlieger bijna niet. Goede hedendaagse wedstrijd duiven hebben een matige tot goede rug.
De stuit van een duif is veel belangrijker, maar niet altijd het zelfde te beoordelen. Door de rui, ziekte, zwakke gezondheid, ouderdom of veel eitjes leggen kan een stuit tijdelijk of blijven wat open staan. Soms zelfs heel erg open wanneer een duif veel te dik is of een breuk heeft, dan zou je een stuit moeten afkeuren... maar als je de oorzaak weet of in een bepaalde periode zit moet je er wel rekening mee houden. En er zijn diverse meningen over, in mijn visie moet een stuit goed gesloten zij, dik en stevig aanvoelen en niet te puntig. Maar door ervaring voel ik soms de oorzaak, dan is het niet iets van de desbetreffende duif maar een “tijdelijk of door oorzaak slechte stuit”.
Bij de vleugels zijn voor mij enkele zaken van belang. Ik heb het armpje graag zo kort mogelijk, omdat ik duiven wil die 11 uur kunnen vliegen. Maar selecteer ik een vitesse duif dan mag het armpje gerust langer zijn en krijgt hij toch het woord “goed”. In mijn visie moet er een redelijke verspringing tussen de voorvleugel en achtervleugel zitten ofwel de pennen van de achtervleugel “de broek” moeten wat korter zijn dan de eerste slagpen van de voorvleugel cq actieve vleugel.
Wanneer men de jongen net afzet van de ouders dan kijkt u daar niet naar, pas na de grote rui is de verspringing goed zichtbaar. En heel belangrijk vind ik dat de eerste vier/vijf slagpennen van de voorvleugel mooi dicht tegen en over elkaar liggen. Ik wil geen zogenaamde kippenvleugel , een kip kan slecht vliegen omdat de pennen te ver uit elkaar staat. Een kippenvleugel bij duiven is belangrijk maar niet van levensbelang, ze kunnen gewoon prijs winnen natuurlijk, maar het kost hun tijd, ze hebben gewoon minder draag en slagkracht. Bij echte super duiven zie ik het nooit. Wel opletten: door geen bad te geven gaan de eerste pennen wat uit elkaar staan, worden wat smaller en het lijkt of ze vierkanter zijn, het is dan geen kippenvleugel van geboorte maar door de omstandigheden en de verzorging van de baas zo geworden. Verder zie ik bij top duiven altijd een vrij lange vleugel die tot in het donkere stuk van de staart komt. Soms ziet men een duif met een mooie lange vleugel en die toch niet tot in het donkere stuk van de staart komt.... deze duiven hebben een slechte rug, waardoor er een aangeplakte staart aan hangt.. het lijkt dan voor sommigen alsof de vleugels te kort zijn.
Al met al veel info over selectie. Na de keuring krijgt een duif een cijfer variërend van 5 tot en met 8,5 . Geen enkele duif krijgt hoger dan een 8,5 (al denk ik het wel eens, deze verdiend een 9). In mijn methode kweekt men met alle duiven die het cijfer 8 hebben en dat is 8-. 8. 8+ of 8,5 soms moet ik het even uitleggen maar een 8- is dus net onder een 8 en een 8+ net boven de 8. Met een 7,5 kan men prima vliegen maar kweken pas wanneer het blijkt een excellente vlieger te zijn. In mijn visie moeten alle duiven onder de 7,5 verdwijnen van de hokken. Al vinden we heus wel eens een duif met een 7+ die het goed doet. Deze duif heeft dan veel verstand, oriëntatie en of motivatie en wat in het kopje van een duif aanwezig is kunnen we niet zien. Vooral als jonge duif en of op de vitesse zien we dus wel eens een 7 die het goed doet. Laat hem dan lekker op die afstanden, geniet er van maar kweek er niet uit. De kans dat uit matig gebouwde duiven een goede komt is bijna uitgesloten (kijk wel even bij het stukje over een goed kweekkoppel).
Ik denk dat iedereen die echt selecteert op duiven met een 8, die bij elkaar houd en zijn best doet beter gaat presteren dan ooit.
Uitzonderingen zijn er altijd, niemand is zonder fouten, ook een duiven keurder niet en men praat gewoonweg liever over die ene 6 die een goede duif werd dan over die honderden met een 8 die het ook werden. En laat u niet foppen, soms hoor ik: u heeft het fout want deze 6 is een goede duif omdat zijn opa een goede of dure was.... Of u heeft het fout, deze 6 is een goede vlieger. Op mijn vragen over welke prestaties? Ja drie eersten...op mijn hok... en ik speel niet zo goed. Regelmatig hoor ik over super prestaties maar bij navraag op papier.. komt er niks. GJB
11-9-2021
Deel 2
Toen we de jongen twee keer hadden afgericht op zo’n 5 kilometer deden we er vijf stuks een Refly ring om( dat is een GPS ring die wanneer de duif terug is kan worden uitgelezen, u ziet dan de complete route die de duif gevlogen heeft). Ze werden om 07.30 uur losgelaten vanuit het hok en waren binnen een paar tellen uit het zicht. Na 09.00 uur kwamen er enkelen terug, na 10.00 uur een aantal groepjes en dat liep door tot tegen 12.00 uur. En dan is het natuurlijk leuk om die 5 ringen te kunnen uitlezen via de computer. We wonen zelf in Wilhelminaoord( u kijkt maar eens op de landkaart) en de duiven kwamen over Steenwijk, Wolvega, Heerenveen, Joure, via Gorredijk eerst over Steggerda, daar hadden ze een kwartier tot half uur meegevlogen met een andere groep, daarna ging er een deel van de duiven richting het noorden en gingen via Donkerbroek helemaal naar Assen. Een ander deel van de jongen was van Steggerda weer naar het zuidoosten gevlogen boven Steenwijk, om vanaf daar richting Meppel te gaan en om te draaien richting huis. De eerste groep( waar in ieder geval twee duiven inzaten met een Refly ring) ging na Assen, Hoogeveen, Zuidwolde tot aan Slagharen om daar te draaien en naar huis te gaan. De 5 jongen met een GPS ring om hadden tussen 150 tot over de 220 km gevlogen, gewoon als training bij huis. Dus toen ik dat zag, dat ze zo gezond waren en die afstanden maakten, besloot ik de dagen er na niet op 5 km te gaan africhten maar gelijk 50/80 en 100 km. Dat ze zo lang trainden is een goed teken, maar ze doen het niet altijd hoor. Ik denk dat alles net die dag optimaal moet zijn, ze moeten zich goed gevoeld hebben, geen honger gehad, en het weer( redelijk qua temperatuur, blauwe lucht met witte wolken) moet optimaal zijn geweest
Op dat ogenblik weet je dus dat de duiven super in orde zijn, dat ze verder van huis waren dan ik ooit gedacht had en dat eenmaal uit elkaar ze ook de weg terug konden vinden. Die dag van die enorme afstanden bleven er twee achter, en kun je ook gelijk zien hoe dat ongeveer gegaan is. De koppel had boven Donkerbroek wel 10 minuten met een andere koppel rondjes gemaakt, en toen weer vertrokken, maar 1 had het niet in de gaten en bleef in de bij huis vliegende koppel, ging daar ook mee naar binnen en werd gemeld. De andere die achter bleef had het zelfde boven Hoogeveen/Hollandscheveld ook daar bleef 1 achter, en ook die mee naar beneden het hok in van de rondjes draaiende groep.
De jongen zijn dus zeer gewend aan de mand, het eten en drinken in de mand maar vooral en dat vind ik heel belangrijk het rijden met de duiven. Nogmaals: de duiven zitten dan in officiële vluchtmanden die achter in mijn auto staan, krijgen daar hun eten en drinken, en worden de eerste keren steeds gewoon thuis voor het hok weer los gelaten, ze hoeven niet te zoeken en hebben snel door dat het in de mand zitten en meerijden geen stress oplevert. Er zijn mensen die geloven dat er in bepaalde gebieden van het land veel meer straling is, door grote stroombedrijven, zendmasten maar ook dat een bepaalde elektrische lading voelbaar is wanneer ze over de ondergrondse stroom netwerken moeten vliegen. En of dat zo is dat weet ik niet, maar ik probeer het wel mee te nemen in mijn gedachten. Tijdens de autoritten met de jongen soms 48 uur in de manden rijden we ook over die kabels met hoge spanning( op internet kunt u vinden waar ze liggen), maar ga ik ook een tussenstop maken naast een G5 zendmast. Is het dan zo dat duiven daar echt last van hebben, dan weten ze in ieder geval: oké dat is er maar we kunnen er doorheen of overheen en niets aan het handje. Ik heb geen enkel verstand van dat soort zaken als straling of hoogspanning netwerken, en kan u dus niet vertellen of een deel van het verspelen daar door komt. Maar in ieder geval weten onze jongen dat er niets is waar ze bang voor hoeven zijn.
Omdat ik de jonge duiven erg vaak in de handen pak worden ze erg mak(tam), maar dat begint natuurlijk al in de nestschaal, ook daar pak ik ze bijna iedere dag. Wanneer de tijd aangebroken is om ze te gaan africhten kan ik ze ook gewoon oppakken, er is geen duif die weg vliegt voor mijn handen. Bij ons hoeft het hok niet donker gemaakt te worden om ze te pakken, gewoon overdag met het zonnetje in het hok kan ik iedere duif gewoon van zijn zitplaats nemen of van de grond pakken. Natuurlijk willen ze dan altijd eerst even vechten, en wanneer ik geen haast heb mag dat ook Ik denk dat het ongelofelijk klinkt maar er zijn misschien twee duiven op de koppel van 60 stuks die niet willen stoeien met me. U zou het eens moeten zien, ik praat met ze tijdens het stoeien, ik heb echt hele verhalen als ik in het hok ben, verstaan doen ze geen woord maar de klank van je stem kennen ze. Als ik gewoon een jong wil pakken uit zijn bak of hoekje praat ik misschien over het weer of over de nieuwe banden onder mijn auto. Maar sta ik voor een bak en maak mijn stem een beetje krachtiger en zeg; HÈ , JIJ, WAT HAD JE DAN? WILDE JE VECHTEN, GEK! Dan beginnen ze gelijk te koeren , te draaien en maken bijtende en slaande bewegingen, een duif is veel slimmer dan velen van ons denken, ze horen of voelen uw emoties , ook als is het voor de grap met stoeien. Bij een praatje over het weer kan ik ze zo pakken, ze in de mand zetten of bijvoorbeeld een druppel tegen luis geven. Maar met de iets stemverheffing staan ze gelijk in de Kung Fu houding en is het pakken moeilijker omdat ze aan je vingers hangen.
Erg belangrijk vind ik dus die band met duiven, dat vertrouwen van hun in mij, de blijdschap die je ziet als je richting het hok loopt. Ze zien me aankomen en worden druk, koeren, draaien rond en moeten opeens vechten met hun buurman( die er toch echt al uren zat ). Een zeer grote hulp om deze band te creëren zijn pinda’s. Wanneer een duif eenmaal een pinda gehad heeft is hij er verzot op, eigenlijk verslaafd zeg maar. Mensen die zeggen dat hun duiven geen pinda’s eten hebben het niet geprobeerd, hadden vieze pinda’s of geen geduld. De eerste keer als je ze een paar toegooit eten ze ze niet en liggen ze er soms de andere dag nog. Maar wacht je even met gewoon eten geven, geeft ze er dan een aantal, dan zijn er een paar die ze oppakken en doorslikken, bij toverslag is de jonge duif veranderd in een pinda monster en rent hij op topsnelheid naar de volgende, en dat maakt de anderen weer wakker. Je ziet ze denken; Waarom rent die oen zo hard achter die noot aan? Dat moet wel heel bijzonder zijn, en doet hij het ook. Wanneer u dan een aantal dagen achter elkaar in het hok zit met voeren neem twee busjes, de één met voer en de andere een paar pinda’s. U rammelt met de voer bus en voert wat. Dan rammelt u met de bus met pinda’s …. Dat klinkt anders en u geeft een paar. Dan hebben ze in twee dagen door wat er in het busje zit. Staat u dan buiten te roepen met uw voer bus dan komen ze naar binnen maar doet u het zelfde met de pinda bus, dan knallen ze naar binnen, tijdens dat naar binnen knallen ook wat pinda’s op de grond gooien natuurlijk, ze moeten wel beloont worden. Mensen die vertellen over jongen die na een vlucht niet binnen willen, en soms 15 tot 30 minuten op het dak blijven zitten gebruiken deze rammel-pinda-bus niet. Een verwarde jonge duif die thuiskomt, moet gelijk uw stem horen, op de rustige toonhoogte en een pinda-bus maakt de duif in één klap wakker uit zijn stress moment. Even voor de goede orde, wij gebruiken light skin pinda’s ( dus met een lichtbruine schil) die krijg ik binnen in een vacuüm verpakt blok van 25 kilo. Dat zijn frisse, schone en gifvrije noten. Ik wil geen witte pinda’s, geen pinda’s voor menselijk gebruik van de markt en geen dark skin pinda’s ( met donker vel). Er zijn mensen die bang zijn voor “gif” in die noten, en ze soms zelfs in de magnetron doen(microwelle), dat hoeft dus met de goede pinda’s allemaal niet.
Ik had er al iets over geschreven maar nogmaals, de jongen zijn van één ronde met maximaal 10 dagen verschil( door het overleggen van de eerste eitjes). Bij het spenen krijgen ze de injectie tegen het pmv virus en 6 weken later nog een keer een enting tegen dat pmv( deze 2e keer door de dierenarts).
De jongen worden regelmatig onderzocht door een gespecialiseerde dierenarts , zolang hij niets vind krijgen ze ook geen medicatie. En de laatste jaren wordt er nooit iets gevonden. Ik zeg altijd eerlijk, ik heb wel alles staan, als ik zou twijfelen kan ik alles pakken, van rodinazole, tot kuren tegen salmonella, luchtweg infecties, schimmels, slijm etc ik heb alles staan maar gebruik niks als de dokter niets vind.
Hier worden de duiven dus ook niet op de normale manier geënt tegen pokken, niet met een injectie en ook niet met de veertjes methode. U gelooft het misschien niet maar rond de laatste vlucht besmet ik enkele jonge doffers met pokken, ik maak een klein wondje bij hun, smeer daar de pokken-viezigheid in en zet de drie a vier jonge besmette doffers in een mand, laat ze een dag zitten, ze vechten wat en besmetten elkaar goed, daarna gaan ze weer terug naar het hok. Wanneer ze reeds gescheiden zitten doe ik het zelfde met enkele jonge duivinnen. Het pokkenvirus gaat dan rond op de hokken en de meesten raken besmet. Deze natuurlijke methode geeft een super weerstand tegen pokken maar in mijn beleving ook een sterke weerstand tegen andere virussen. (omdat ik bijna iedere dag duiven selecteer van andere liefhebbers kom ik genoeg duiven met pokken tegen waar ik wat van kan pakken)
Wel ben ik voorstander van een aantal producten die worden gezien als voeding supplementen. Het is moeilijk om daar over te schrijven omdat het eigen producten zijn, en u het misschien zou zien als reclame. Maar ik doe het toch nu een keer, anders ben ik niet geloofwaardig. De jongen hebben vanaf dat ze voor zelf moeten zorgen bijna iedere dag Colicontrol over het voer, dat is een soort boterzuur. Twee a drie keer per week komt er Olympic MG Mix bij over heen. En krijgen ze regelmatig eens wat LTW, Bevisol of Pigeon Balance door het water. In het begin is dit onregelmatig en niet op vaste dagen. Zodra we gaan spelen komt er een vast schema in.
Over het verduisteren en bijlichten: We beginnen te verduisteren rond ongeveer de 2e week van Maart. De platen gaan dan voor de ramen om 16.00 uur tot de andere ochtend 08.00 uur. Op 1 Mei gaan we naar 15.30 uur beginnen met verduisteren en dat tot 23.00 uur in de avond. Dan pakken we het weg en kan de zon in de ochtend gewoon op de hokken komen. Dat gaat door tot 1 juni. Op 1 Juni pakken we de verduistering weg en mag de zon komen en gaan volgens de normale tijden.
Op 21 juni gaan de lampen aan bij ons en dat is van 05.00 uur tot 23.00 uur, ook overdag branden de lampen. En nu komt het; Als de duiven de eerste keer een vlucht hebben vanuit de container dan komt er in de avond 15 minuten licht bij, dus na de eerste vlucht/training gaat het naar 23.15 uur. De week er na dus naar 23.30 uur, weer een week later 23.45 uur etc. Hier in Wilhelminaoord brand het nu(28.08) tot 01.00 uur en op de laatste vlucht zal het branden tot 01.45 uur en steeds vanaf 05.00 uur. Ik krijg hier wel eens de vraag: maar de nachten dat ze in je auto staan na 21 juni hoe doe je het daar dan? In de auto heb ik twee treulight lampen hangen, die ik dan wel handmatig uit moet zetten maar, zitten ze nu een avond en nacht in de auto dan is daar het zelfde licht als in het hok.
Zodra de duiven de laatste vlucht gehad hebben en dat is bij ons dit jaar 11 September dat gaan de lampen in één keer uit en blijven de duiven ook gelijk binnen. Zondag 12 September is dus de eerste dag zonder verlichting en training. Op die zondag en maandag worden ook gelijk alle duiven geselecteerd en komen de jonge doffers op de bakken en gaan de jonge duivinnen in hun afdeling naast de doffers. De rui begint dan na enige dagen echt in te vallen, sommige hebben gewoon geen staart meer en kunnen niet eens in de broedbakken komen. De verzorging gaat ook gelijk naar één keer per dag voeren.
Zodra de opleer of training vluchten beginnen met de jonge duiven dan begint ook het vaste voerschema en andere vaste rituelen. De voorvluchten worden hier gewoon als echte vluchten gezien, alsof het een wedstrijd is dus.
De thuiskomst dag( bij ons zaterdag) krijgen ze weduwschap voer van Beyers, er zit wat snoepzaad en hennep door en worden ze dus binnen gehaald met pinda’s. In het drinkwater zit Pigeon Balance.
De zondag krijgen de jongen Recup dat is een soort zuivering voer met daarop de Olympic MG mix om ze supersnel te laten herstellen. Door het water wederom Pigeon Balance. De zondag staat het voer de gehele dag ter beschikking. En het bad komt ook in de volière ( een duif krijgt hier minstens drie dagen per week de kans om in bad te gaan)
Op maandag ochtend gaan ze er uit voor een training, na het trainen krijgen ze recup voer, ook weer ruim hoor, het mag best een kwartier tot half uur blijven staan. Ook ditmaal met Olympic MG Mix aangeplakt met colicontrol of lecithine olie. In de namiddag nog een keer het zelfde voer en 15/30 minuten vrij eten. Door het drinkwater zit LTW
Op dinsdag beide maaltijden Beyers Premium weduwschap en LTW door het drinkwater
Op woensdag ochtend wederom weduwschap. De avondvoeding is half weduwschap en half super energie. Door het water de LTW en Bevisol
Op donderdag wordt het weduwschapvoer vervangen door super energie ( Beyers Elite Enzymix Energie). Op donderdagavond pak ik het restant voer niet weg, dat blijft staan tot vrijdag ochtend een uur of 10.
Op de vrijdag verder krijgen ze geen voer meer.
Iedere dag van zondag tot en met donderdag krijgen de jongen tussen 12/13.00 nog een deel snoepzaad met hennep ongeveer 5 gram per duif. En iedere dag wat pinda`s , al ben ik gestopt met pinda`s te voeren op donderdag omdat bleek dat die nog niet helemaal verteerd zijn op zaterdag.
En iedere dag natuurlijk verse BEUTE-BAK ( de bak allerhande in emmers van DHP)
Wel een heel belangrijk onderdeel van onze methode is dat de jongen de eerste vluchten al op donderdagavond na het trainen de manden in gaan( die afdelingsmanden achter in mijn auto). Iedere vlucht is bij ons dus met twee nachten mand. Soms laat ik ze na het trainen op donderdagmiddag eerst even een deel eten voor ik ze in de mand doe, maar soms ook na de training eerst in de mand waar ze dan hun ruime maaltijd krijgen.
Waarom twee nachten mand? Een jong wat voor de eerste keren de mand in gaat is gespannen, blijft staan op de plek waar hij staat, komt niet richting de waterbak, en gaat dus de andere dag los en heeft niet gedronken. Bij vanaf de eerste keer gelijk twee nachten mand, en daar ook in voeren, ze eten altijd op die donderdagavond en vrijdagochtend, en krijgen dus extreme drang om te drinken. Daar hebben ze ook de tijd voor want het is nog geen zaterdagochtend.
Hier is het twee a drie nachten mand voor de duiven iets wat ze altijd hebben gehad en dus niet anders weten. Maar liefhebbers die dit niet doen met hun jonge duiven hebben dus de kans door stress, warmte en dorst hun jongen kwijt te raken. Wil je jongen overhouden en de keuze hebben om te selecteren dan moet je zorgen dat ze voorbereid zijn.
Iedere keer dat de jongen in een mand gaan of het nu een africhting is of een wedvlucht zou de nationale bond ons moeten verplichten om ze twee nachten mand te geven. En ik zou ook graag zien dat de jonge duiven in de vrachtwagens van de afdeling(RV, KV etc) een aantal weken voor de africhting vluchten zogenaamde stage ritten krijgen. Dus de jongen normaal naar het clubgebouw brengen( in de avond), gewoon inmanden gelijk als bij een wedvlucht, de vrachtwagen komt ze halen, rijd een 150 kilometer in diverse richtingen, zet de container ergens neer, de duiven krijgen voer en water, en gaan dan 24 uur na het inmanden weer de weg terug langs de clublokalen geeft de manden met jongen weer terug, de liefhebber neemt ze weer mee en laat ze in het hok weer los. Dus wel gereden maar niet gevlogen. WENNEN, LEREN, OVERHOUDEN
Het is vandaag 29 Augustus 2021 en in de Vereniging pv de Vredesduif welke normaliter tussen 250 en 400 jongen inzet op de vluchten hebben we alle 8 vluchten gewonnen en elke vlucht wel 7 bij de eerste duiven, ook in groot verband diverse eersten en mooie series. Gisteren hadden we een vlucht van 430 km met kopwind en zeer slecht verloop, nu hebben we volgende week ( 4 September) even een korte vlucht van 200 km om de week daarna de laatste en die gaat naar Chalons de Champagne voor ons 453 km.
Tot de volgende column