Dagboek

 

Beute Selectie info.

Bij het beoordelen van een duif zal worden gekeken naar de uiterlijke kenmerken, wat in het kopje gebeurt kunnen we niet zien. Of een duif op uw hok goed, matig of slecht verzorgd gaat worden in de toekomst kunnen we niet zien. Een goede liefhebber maakt van een iets minder gebouwde duif makkelijker een goede vlieger. En er zijn legio mensen die door slechte verzorging of “het gewoon niet zien” van een goed gebouwde duif met intelligentie zo maar een matig presterende duif maken.
De hand van u als liefhebber, en vooral uw ogen bepalen voor een deel de prestatie van uw duiven. Met uw ogen bedoel ik natuurlijk of u het ziet, een ziekte, het klimaat, de motivatie en wat er op uw hokken gebeurt, u moet het wel zien.

Bij de handselectie(beoordeling) zal eerst een bepaald type genoteerd worden, de meeste Vitesse duiven zijn wat breder aan de voorzijde, hellen wat naar voren, hebben gemiddeld een iets grotere bouw met bijbehorende grotere kop. En over het algemeen hebben Vitesse duiven een iets langere arm, hun borstspieren liggen dichter tegen het borstbeen aan en voelen wat harder aan. Mijn mening is dat een duif de eerste èèn, twee a drie uur(max) met zijn kop vliegt, ik bedoel daarmee dat een duif de eerste uren vliegt op motivatie en oriëntatie en met een matige tot slechte bouw zelfs kopprijzen kan winnen. Maar met een matige tot slechte bouw zullen de meeste duiven het geen seizoen kunnen volhouden. Ook de beste Vitesse duiven op afdeling en zeker op nationaal niveau zijn goed tot zeer goed gemaakt(van bouw).

Bij de allround duiven( types) zien we dat ze beter in de hand liggen, iets smaller aan de voorzijde, iets meer “vulling” aan de achterzijde, beter gespierd (ook iets verder van het borstbeen af gelegen). Allround types moeten in principe in staat zijn te presteren op alle vluchten van Vitesse, Midfond en dagfond. Door training, voeding en conditionering kan een allroundtype (zonder uiterlijke fouten) prijs vliegen op al deze afstanden.

Een eendaagse fondtype is heden ten dage wat kleiner van bouw, zijn rond, voelen vaak als een balletje(duivinnen), zijn goed gespierd en hebben een korte arm. Mijn mening is dat er niet heel veel verschil zit tussen een allround en een eendaagse fond duif qua type. Een duif die een vlucht van 700 km met 1000 mpm kan winnen (11,5 uur vliegen) kan dat ook op een vlucht van maar 2 uurtjes vliegen. Door motivatie, oriëntatie en het systeem van u als liefhebber. Andersom gaat dat bijna nooit op, een echte vitesse duif zal een 3/5 uurtjes vlucht soms nog aan kunnen maar zal afhaken bij die langere vluchten (langere vluchten qua aantal uurtjes). En soms kan een duif met vitesse bouw zelfs een eendaagse fondvlucht winnen, als de wind van achter komt, het uurtjes vliegen dus veel minder is, en door super motivatie kan het gebeuren dat zo een duif een npo vlucht wint. Ik zelf had dat bijvoorbeeld op Orleans 2012, toen ik met een jaarling de eerste npo won, de duif was een echte vitesse duif, en was van echt sprinterbloed (afstamming Euro Heremans). Was het een echte fondvlucht geweest met 9 tot 12 uurtjes vliegen dat had ze echt geen prijs gewonnen. Wat we bij de beste duiven op de eendaagse vluchten steeds vaker zien is dat de arm zo kort is dat hij bijna niet waarneembaar is en samen met goede spieren een vibrerende vleugel geeft, de zogenaamde trillers. U ziet op internet steeds meer filmpjes van duiven met een trillende vleugel (de liefhebber tilt de vleugel dan iets op). Meer en meer krijgt men door dat die trillende vleugels samen gaan met korte armen en goede spieren. Echte toppers op de vluchten met “veel uurtjes vliegen” hebben dat..

Marathon duiven zijn een slag apart, hier zien we een ander type duif. De ochtendlossing duiven (ZLU of non-stop) lijken veel op eendaagse fondduiven, hebben meestal een langere rug en een andere mentaliteit, ze zijn was rustiger in de handen en hebben voelbare andere spieren. Bij de overnachtduiven (middag lossing 800/ 1000 km) zien we meer diversiteit, er zijn heel goed gebouwde duiven bij en dat zijn altijd degene die het vaker dan èèn keer doen.                       
Duiven die echt vijf of zes keer een overnachtvlucht met goed gevolg volbrengen zitten ook de best gebouwde duiven.
Bij overnachtduiven (middaglossing 800/950 km) die een prijs winnen en soms zelfs vroeg maar matig van bouw zijn vinden we vaker nachtvliegers, die zijn minder in staat kop te vliegen door hun bouw maar omdat ze in de nacht stukken inhalen komen ze gewoon naar voren op de uitslag. Dus ook bij deze middaglossingen vinden we bij de echte supers een goede tot perfecte bouw. Maar zo nu en dan zien we een duif die het toch goed gedaan heeft op deze vluchten die minder goed van bouw zijn. Zie het als bij vitesse duiven. Ook daar zien we soms minder gebouwde duiven die het toch goed doen door hun verstand en motivatie. Maar dus ook bij de middag lossingen.
Duiven die in de nacht aankomen hebben trouwens allemaal een soort ster in het oog. De ondergrond kleur (vaak geel) zien we dan met uitsteeksels cq punten in de iris kleur. Het is opvallend dat alle nachtvliegers dat hebben. Omdraaien kun je het natuurlijk niet, je kunt niet zeggen dat iedere duif met zo een oog een nachtvlieger is. Dat vergeten mensen vaak: bepaalde kenmerken zie je bij top duiven, maar niet alle duiven met die kenmerken zijn top duiven.

Bij het keuren cq selecteren kijk ik altijd even naar de ogen. In mijn methode zijn er maar twee oogkleuren zijnde wit en geel. Ik kijk naar de ondergrond kleur en die is gewoon altijd wit of geel. Gemiddeld zie je bij vitesse duiven wat meer witogen en bij duiven voor de langere afstanden wat meer geel ogen. Bij marathon duiven zien we daarnaast ook nog eens dat gemiddeld de ogen wat donkerder zijn, de iris gaat wat meer naar de bruine kleur toe. Die mooie donkere ogen zien we ook vaker bij duiven die onder tropische omstandigheden wat vaker aan de kop zitten. Door de evolutie zijn die duiven ofwel die ogen daar geschikter voor. In landen met hoge temperaturen en dan ook nog spelers van lange afstanden zien we bijna alleen donkere ogen (meestal geel als ondergrond, ik noem ze zonnebril ogen).

Dan komen we nog bij wat ik plus of min ogen noem. Plus-ogen hebben een donkere antracietkleurige ring(verkenningcirkel) om de pupil en min-ogen  hebben die niet (of maar gedeeltelijk). Qua kwaliteit in presteren of kweken maakt het niets uit of een duif een plus of een min oog heeft. Wel zeer opvallend is dat alle echte superduiven die ik zag en waarvan ik de ouders mocht bekijken, dat één van die ouders een plus oog heeft of soms zelfs beide ouders of heel soms dat beide ouders een halve verkenningsring hebben. Een top duif uit twee ouders met een min oog heb ik nog niet gezien. Om de meeste kans te maken op goede jongen zet je dus steeds de best gebouwde duiven tegen elkaar en kijk je bij de koppeling naar de ogen, zorg dat dat één van de duiven van het koppel een plus-oog heeft. Kweek nooit alleen met duiven omdat ze mooie ogen hebben, als er een slechte bouw op een duif zit mag hij een geweldig oog hebben, kweken doen we er dan niet mee.

Andere opvallende zaken bij veel top duiven is dat ze een kleine pupil hebben, soms zelfs boos kijken en een scherpe bek hebben. En opvallend bij goede kweekduivinnen is dat ze naast een goede bouw, een (meestal) plus oog hebben dat er twee wratjes onder aan de bek zitten. Natuurlijk niet bij allemaal, maar wel opvallend dat het zo veel zijn die het wel hebben.

Liefhebbers die een geweldig kweekkoppel hebben, waar gewoon diverse asduiven, teletekst duiven of eerste prijswinnaars uit komen zijn soms verontwaardigd dat ik één van die duiven van het koppel een goede waardering geef en de ander een slechte. Ik denk dat heel veel top kweekkoppels gewoon één goede duif zijn met een …. partner. Dus dan heeft zo een liefhebber gewoon een goede kweekduif en is het soms nog beter om het koppel te scheiden en een betere partner te nemen.

We hebben het nog niet echt gehad over de rug en de vleugels en de stuit en dat zijn toch belangrijke onderdelen. Om met de rug te beginnen, eigenlijk moeten we spreken over rug, lendenen en bovenstuit. Maar ik noem het in één keer gewoon de rug. De rug is voor mij misschien wel het minst belangrijke aan een duif. Er zijn heel goede duiven die een matige rug hebben, geen slechte rug met zo een aangeplakte staart hoor, maar een matige rug. Een matige rug zou op de tentoonstelling 18 punten krijgen. Bij de rug zou je kunnen zeggen: Matig is het nieuwe goed. Die plank-ruggen die men vroeger graag zag en die eigenlijk op de show nog steeds gewenst zijn zie we bij de huidige topvlieger bijna niet. Goede hedendaagse wedstrijd duiven hebben een matige tot goede rug.
De stuit van een duif is veel belangrijker, maar niet altijd het zelfde te beoordelen. Door de rui, ziekte, zwakke gezondheid, ouderdom of veel eitjes leggen kan een stuit tijdelijk of blijven wat open staan. Soms zelfs heel erg open wanneer een duif veel te dik is of een breuk heeft, dan zou je een stuit moeten afkeuren... maar als je de oorzaak weet of in een bepaalde periode zit moet je er wel rekening mee houden. En er zijn diverse meningen over, in mijn visie moet een stuit goed gesloten zij, dik en stevig aanvoelen en niet te puntig. Maar door ervaring voel ik soms de oorzaak, dan is het niet iets van de desbetreffende duif maar een “tijdelijk of door oorzaak slechte stuit”.
Bij de vleugels zijn voor mij enkele zaken van belang. Ik heb het armpje graag zo kort mogelijk, omdat ik duiven wil die 11 uur kunnen vliegen. Maar selecteer ik een vitesse duif dan mag het armpje gerust langer zijn en krijgt hij toch het woord “goed”. In mijn visie moet er een redelijke verspringing tussen de voorvleugel en achtervleugel zitten ofwel de pennen van de achtervleugel “de broek” moeten wat korter zijn dan de eerste slagpen van de voorvleugel cq actieve vleugel.
Wanneer men de jongen net afzet van de ouders dan kijkt u daar niet naar, pas na de grote rui is de verspringing goed zichtbaar. En heel belangrijk vind ik dat de eerste vier/vijf slagpennen van de voorvleugel mooi dicht tegen en over elkaar liggen. Ik wil geen zogenaamde kippenvleugel , een kip kan slecht vliegen omdat de pennen te ver uit elkaar staat. Een kippenvleugel bij duiven is belangrijk maar niet van levensbelang, ze kunnen gewoon prijs winnen natuurlijk, maar het kost hun tijd, ze hebben gewoon minder draag en slagkracht. Bij echte super duiven zie ik het nooit. Wel opletten: door geen bad te geven gaan de eerste pennen wat uit elkaar staan, worden wat smaller en het lijkt of ze vierkanter zijn, het is dan geen kippenvleugel van geboorte maar door de omstandigheden en de verzorging van de baas zo geworden. Verder zie ik bij top duiven altijd een vrij lange vleugel die tot in het donkere stuk van de staart komt. Soms ziet men een duif met een mooie lange vleugel en die toch niet tot in het donkere stuk van de staart komt.... deze duiven hebben een slechte rug, waardoor er een aangeplakte staart aan hangt.. het lijkt dan voor sommigen alsof de vleugels te kort zijn.

Al met al veel info over selectie. Na de keuring krijgt een duif een cijfer variërend van 5 tot en met 8,5 . Geen enkele duif krijgt hoger dan een 8,5 (al denk ik het wel eens, deze verdiend een 9). In mijn methode kweekt men met alle duiven die het cijfer 8 hebben en dat is 8-. 8. 8+ of 8,5 soms moet ik het even uitleggen maar een 8- is dus net onder een 8 en een 8+ net boven de 8. Met een 7,5 kan men prima vliegen maar kweken pas wanneer het blijkt een excellente vlieger te zijn. In mijn visie moeten alle duiven onder de 7,5 verdwijnen van de hokken. Al vinden we heus wel eens een duif met een 7+ die het goed doet. Deze duif heeft dan veel verstand, oriëntatie en of motivatie en wat in het kopje van een duif aanwezig is kunnen we niet zien. Vooral als jonge duif en of op de vitesse zien we dus wel eens een 7 die het goed doet. Laat hem dan lekker op die afstanden, geniet er van maar kweek er niet uit. De kans dat uit matig gebouwde duiven een goede komt is bijna uitgesloten (kijk wel even bij het stukje over een goed kweekkoppel).

Ik denk dat iedereen die echt selecteert op duiven met een 8, die bij elkaar houd en zijn best doet beter gaat presteren dan ooit.
Uitzonderingen zijn er altijd, niemand is zonder fouten, ook een duiven keurder niet en men praat gewoonweg liever over die ene 6 die een goede duif werd dan over die honderden met een 8 die het ook werden. En laat u niet foppen, soms hoor ik: u heeft het fout want deze 6 is een goede duif omdat zijn opa een goede of dure was....  Of u heeft het fout, deze 6 is een goede vlieger. Op mijn vragen over welke prestaties? Ja drie eersten...op mijn hok... en ik speel niet zo goed. Regelmatig hoor ik over super prestaties maar bij navraag op papier.. komt er niks. GJB

COLUMN VOOR DE BRIEFTAUBE 31-3
31-3-2022

Goedendag vrienden en vriendinnen,
Het is 30 Maart 2022. We zitten in een rare tijd, van twee jaar vol in de corona zo over naar een oorlog tussen twee landen die ooit één waren; Rusland en de Oekraïne. Ik zal er niet te veel over uitweiden maar het is natuurlijk verschrikkelijk. En niet alleen voor beide partijen waar reeds duizenden slachtoffers gevallen zijn, maar voor de hele wereld.                                                                                Dat een met blote borst rijdende, cowboyhoed dragende idioot op een paard, zijn leger zo gek krijgt om een ander land binnen te vallen. In zijn hele doen en laten zien we natuurlijk een waanzinnig figuur, die zichzelf opsluit om niet in contact te komen met corona, wetten aanneemt om veel langer dan normaal president te blijven en iedereen die ook maar iets durft te zeggen gelijk laat oppakken en soms opruimen. Maar dat het volk, de gewone man van de straat en het leger zo achter hem staat is onvoorstelbaar. Ze zijn gehersenspoeld en krijgen alleen onjuiste informatie. Als het volk alles zou weten, zouden ze het nooit toelaten.                                                          Laten we hopen dat deze verschrikkelijke oorlog snel voorbij is.
Maar snel terug naar onze geliefde sport; onze gevleugelde vrienden. Als we in het hok bij de duiven zijn, en we zien de jongen in de broedschaal liggen of een doffer die achter zijn duivin aan loopt, dan denken we even niet aan die ellende.                                            Duiven zijn het teken van vrede, en vrede moet het zijn.


Ons vliegprogramma begin op 9 April met een africhting vlucht van ongeveer 70 kilometer. De afdeling waarin we spelen is zo'n 100 km van Zuid naar Noord en zo`n 80 kilometer breed dus van West naar Oost. Een grote oppervlakte dus. Op die eerste africhting of training vlucht is de afdeling verdeeld in twee stukken te weten noord en zuid. Het noordelijk deel gaat naar Heino en het zuidelijk deel gaat naar Klarenbeek. Ook de tweede africhting of zoals u wilt trainingsvlucht gaat naar twee losplaatsen te weten Klarenbeek voor Noord en Duiven (bij de Duitse grens) voor het Zuidelijk deel. De eerste echte vlucht is op 23 April, dan gaat de gehele afdeling naar Boxmeer dat is voor ons hok 134 km. De kortste afstand (Dronten) is 89 km en de langste afstand is 200 km op Ameland. In onze afdeling gaan de duiven altijd in één keer naar buiten, wij hebben buiten die twee africhting vluchten geen groepslossingen. Dus de 30.000 duiven gaan met zijn allen richting huis. Ik ben daar ook voorstander van. Hoe groter het gebied is waar de duiven heen moeten, des te meer spreiding is er. Wanneer duiven per kring of rayon gelost worden, dan blijven ze in grote groepen bij elkaar, ze moeten allemaal naar dat gebied. Bij grote lossingen beginnen duiven vrij snel zich los te maken van de massa.                                                                     Omdat er bijvoorbeeld op die eerste losplaats Boxmeer toch een West/Oost verschil zit van 80 km, en de afstand voor eerste liefhebber maar 89 km is moeten duiven gelijk hun eigen route pakken. Je krijgt er betere duiven door, of in ieder geval komen de betere duiven sneller in beeld, ze moeten hun eigen pad kiezen vanaf de start.
Ons vliegprogramma begint dus met twee africhting vluchten op 9 en 16 April en dan naar een Vitesse vlucht op 23 April.                   Ook op 30 April en 7 Mei hebben we Vitesse vluchten. Die van 7 mei heeft voor ons een afstand van 210 km.                                     Op 14 en 21 Mei hebben we twee midfond vluchten vanuit Chimay met voor ons een afstand van 337 km. De verste afstanden zitten met deze Chimay dus op 400 km. Op die twee midfondvluchten hebben de duiven reeds twee nachten mand.                                       In principe kunnen de vrachtwagens met containers ook op vrijdag avond nog vertrekken, het is te doen qua kilometers en tijd maar gelukkig doen ze het niet. Op donderdag avond reeds in de mand is veel beter voor de duiven. De begeleiders kunnen op hun gemak vrijdag nog een keer de duiven verzorgen voordat ze in de middag op de losplaats aankomen. De vrachtwagens kunnen een goede plek zoeken, de containers worden waterpas gezet, de deuren kunnen open en de begeleiders kunnen alles weer van vers water voorzien.    En niet het minst belangrijk, de duiven kunnen acclimatiseren, ze komen tot rust, het vertrek is veel beter en de verliezen minder.


Op 28 Mei hebben we de eerste dagfondvlucht (eendaagse fond) vanuit Sourdun met voor ons een afstand van 520 km. Vanaf die datum 28 Mei hebben we de ene week een midfond vlucht van 330 tot 400 km, en de andere week een eendaagse fondvlucht oplopend tot 725 km. Dit programma loopt door tot en met 23 Juli. Totaal 6 midfondvluchten en 5 eendaagse fond vluchten. Vanaf 14 Mei tot en met  23 Juli iedere week dus ook twee nachten mand. De jonge duiven beginnen op zaterdag 2 Juli met hun eerste africhting/training vlucht met de afdeling container en op 16 Juli de eerste wedvlucht. De jonge duiven kunnen op 11 vluchten worden gespeeld.


Afgelopen zondag 27 Maart zijn onze duivinnen voor de eerste keer een stukje weggebracht, 30 kilometer ongeveer.                            De doffers gingen dinsdag de 29e maart de eerste keer in de mand, hun afstand was 35 km. Ze zullen in de eerste weken richting de echte wedvlucht van 23 April nog wel enkele keren met de eigen auto “gelapt” worden. Omdat ze al enkele weken op weduwschap staan, licht voer krijgen en super gezond zijn trainden de duivinnen vandaag 90 minuten.                                                                      Elk jaar na de eerste lapvlucht ( trainingsvlucht met eigen auto weggebracht) beginnen ze hier ongelofelijk te trainen.                            Ze gaan naar buiten, zijn gelijk weg om de eerste keer pas na een uur terug te komen boven de hokken. Omdat ze geen klok kunnen kijken blijven ze vliegen tot ik me laat zien, hoog en hard komen ze dan over. Als ik na dat uur naar de hokken loop, de klep open zet, voel ik ze al in mijn nek hijgen, ik doe een stap opzij en ze vallen op de klep om naar binnen te gaan.                                                      Ze gaan naar buiten vanuit hun eigen hok maar komen binnen in het hok waar ze jongen groot brachten. Zodra alle duivinnen binnen zijn gaan de doffers er uit, en die zaten op dat ogenblik in het hok van de duivinnen. Zijn die buiten dan gaan de duivinnen terug naar hun eigen hok waar ze eten krijgen. De duivinnen trainen hier zo graag dat ik me vaak pas laat zien na 90 minuten (anderhalf uur), dat is voor hun het sein om te zakken en naar binnen te gaan. De doffers trainen ook goed maar toch minder dan duivinnen.               Doffers komen hier meestal na een 45 tot 60 minuten terug naar het hok, vallen op het dak, gedragen zich dan als gekken en knallen weer weg. Doffers mogen graag een aantal keer op het dak vallen en opnieuw weg knallen alsof hun leven er van af hangt.
Zowel de doffers als duivinnen kregen nadat de jongen weg gepakt waren licht voer.De duivinnen hier natuurlijk iets eerder omdat die weggepakt waren toen de jongen ongeveer 16 dagen oud waren. En tot aan 1 April kregen ze het ook maar één keer per dag, na hun training, maar dan wel ruim genoeg voor de hele dag. Ik spreek of lees toch wel eens liefhebbers die in de war raken met licht, zwaar en vet voer. Het woord zwaar is eigenlijk met veel plantaardige eiwitten zoals erwten wat veel in het kweekvoer zit. Met vet voer wordt bedoeld energie rijk voer wat veel klein zaad bevat zoals hennep en gepelde zonnebloem pitjes. En licht voer is eiwitarm en licht verteerbaar zuivering/ recuperatie voer met o.a. gepelde gerst en haver. Ik heb hier drie foto’s bij geplaatst van Recup, Weduwschap en Energie voer. Op 4 April(maandag) beginnen we met het vaste schema qua voeding en supplementen. Maar het is ook de dag dat er echte vaste tijdstippen gehanteerd worden. Om 08.00 uur de duivinnen naar buiten voor hun training, de doffers gaan dan naar het hok van de duivinnen. Bij binnenkomst van de duivinnen( via het weduwnaarshok) gaan de doffers naar buiten en gaan de duivinnen terug naar hun eigen afdeling waar ze eten krijgen.We hebben natuurlijk nog drie weken voor de eerste officiële vlucht, maar ik wil dat ze op de africhting of trainingvluchten al in het vliegschema zitten. Dus op die eerste maandag, dinsdag en woensdag in April gaat er LTW door het drinkwater, en op woensdag gaat er Bevisol(vitaminen speciaal voor duiven) bij door het water.                                                    Op de donderdag 7 April krijgen de duiven ook energie voer (Beyers Elite Superenergie). Op 9 April is het nog maar een trainingvlucht hoor ik u denken, klopt, maar dat weten de duiven niet, die wil ik gelijk in het schema hebben.
In de periode van het spenen van de jongen tot de eerste wedvlucht kwamen de geslachten drie keer een dag en een nacht samen.    Ze staan natuurlijk op weduwschap, maar het zijn veelal jaarlingen en die moeten hun partner niet vergeten. Lang op weduwschap voor de vluchten kan helemaal geen kwaad, ik ben er zelfs voorstander van. Ze raken gewend aan het rouleer systeem, willen goed trainen en je hebt ruim de tijd om nog zaken bij te sturen of een keer extra naar de duivenarts te gaan. Maar in die lange periode op weduwschap een paar keer een nacht samen houd de duiven verlieft en fanatiek.
De vrijdag voor de eerste trainingsvlucht (8 April) worden hier voor het inmanden de broedbakken extra schoongemaakt, de motivatie bakjes omgedraaid en staan de broedschalen er in. De doffers beginnen dan natuurlijk enorm te keer te gaan.                                    Heb ik ze alle 22 gereed dan gaat de schuifdeur open en kunnen de duivinnen naar hun doffers. Natuurlijk steeds een feest van herkenning. En het is de eerste keer dat de duiven de broedschaal weer zien na de kweek periode. Zodra de duivinnen met een noodgang in de bakken vliegen bij hun doffer en in het motivatie kistje kruipen doe ik hun broedbak dicht. Bij tonen voor de vluchten is dat altijd in een gesloten bak. Ze mogen ongeveer een uur samen voor ik begin met het pakken. Omdat we beide geslachten spelen staan er vier manden gereed, twee voor doffers en twee voor duivinnen. Ik pak het koppel altijd gezamenlijk uit de broedbak, en dan gaan ze in gescheiden in de manden. Dus hier, en dat vind ik heel belangrijk; koppel voor koppel. Het systeem van eerst alle doffers en dan duivinnen ben ik op tegen, meer tijd nodig maar vooral zit een duif even alleen in de afgesloten broedbak en dat zou weer demotiverend kunnen werken. Ja, u leest het goed, ook op die trainingvlucht tonen we de duiven. Hier tonen we altijd, iedere vlucht, dus ook de “nog niet tellende vluchten).
In de periode tussen het grootbrengen van de jongen en de eerste vlucht zijn we drie keer bij een duivenarts geweest, heb ik één keer mest en een keel uitstrijkje naar een arts gestuurd per post en is hier een duiven dokter aan huis geweest om duiven te vaccineren. Iedere keer is er uitgebreid onderzoek geweest naar eventueel aanwezige besmettingen en of ziekten, en dat door vier verschillende artsen. Natuurlijk onderzoeken de duivenartsen de vaste zaken zoals Paratyfus, Coli, Coccidiose, Wormen en infecties van de luchtwegen. Maar iedere arts heeft toch zijn eigen ideeën en daar maak ik graag gebruik van. Vincent Schroeder let wat meer op Chlamydia en Schimmels, Peter Boskamp let extra op vrij onbekende bacteriën ( die hij de pestkop bacterie noemt), Henk de Weerd let natuurlijk net als de anderen op alles maar is gespecialiseerd in luchtweg problemen en bijbehorende klachten. Nanne Wolff is een praktijkman, speelt zelf marathon vluchten en let ook op alles maar vooral spierklachten( hij is onze dierenarts voor het gehele jaar      De familie Wolff is een zeer bekende duivenfamilie in Nederland, de vader van Nanne, opa, ooms etc. allemaal spelen of speelden ze met duiven. Hans van der Sluis en zijn opvolger Stephan Gòbel zijn gespecialiseerd in vaccinatie bij jonge duiven en het ontwikkelen van hok gebonden vaccinatie en medicatie. Raf Herbots(België) is ook een praktijkman, de familie Herbots is erg prestatie gericht en daar heeft Raf dan ook zijn pijlen op gericht. Ik heb met allemaal een goed contact en bezoek ze graag voor onderzoek en ik leer graag bij. Tijdens al deze onderzoeken is niets gevonden, niet bij de vliegers, niet bij de kwekers maar ook niets bij de jongen.                    We hebben in Nederland natuurlijk het voordeel dat er op korte afstanden van je huis altijd wel een goede duivenarts zit. Dierenartspraktijk Wolff is hier maar 20 minuutjes vandaan. En een verschil tussen Nederlandse artsen en de Duitse vind ik dat ze hier toegankelijker zijn, ik heb bij uw artsen in Duitsland soms het gevoel alsof ze zich ver verheven voelen ten opzichte van de melker.


Wanneer de duiven terug komen van hun eerste vlucht ( 9 April) ligt er wat snoepzaad in de broedbakken, staat er voer gereed en zit er Pigeon Balance in het drinkwater. De duiven mogen die eerste thuiskomst dag ook gewoon samen blijven, die avond of de zondagochtend gaan ze weer voor een 6-tal dagen uit elkaar. Ze worden altijd binnen geroepen met pinda’s , pinda’s in een busje maakt een ander geluid dan normaal voer, dat weten ze, en daarnaast gebruik ik nog een fluitje. Als het in de week van de eerste vlucht vies, koud weer is bedenk ik me nog of ze mee gaan. Tegen de kou kunnen ze wel hoor, maar nattig weer en koud tegelijk is niet fijn voor ze.  Als ze dan onderweg ook nog wat regen of mist (druilerig) tegenkomen met lage temperaturen dan doet ze dat eerder kwaad dan goed. En de week er na is er nog een training vlucht waarop ze mee kunnen. Maar al zouden ze pas op de eerste echte vlucht de mand in gaan is dat ook geen probleem hoor, 134 kilometer kunnen ze heus in één keer. Een duif vliegt gewoon naar huis, en of dat nu 50 kilometer is de eerste keer of 150 kilometer dat maakt niks.


Nog even over de vliegploeg die hier gereed zit: Er zitten 22 doffers waarvan 1 van 2020 de andere 21 zijn dus van 2021.                 Van die 21 jaarling doffers is er één die ik niet gelijk speel dat is een gewond geraakte doffer die in principe pas weer mee gaat op de natour. Er zitten 25 duivinnen waarvan 23 jaarling zijn ( dus van 2021). Twee duivinnen zijn terug gekomen van de verkoop van al onze vliegers afgelopen december, de kopers betaalden niet ( door transport problemen naar Azië ). En deze twee super duifjes 19-501 en 20-476 heb ik sinds 25 Maart weer in de vliegploeg gebracht. Bij de duivinnen zit één dochter van de Vechtmachine, en acht kleinkinderen. één vliegduivin heeft de Vechtmachine niet in haar pedigree, de anderen dus allemaal wel. Bij de doffers zitten 15 klein en achterkleinkinderen van deze superkweker. Sinds 2015 is dit weer de eerste keer dat er met een kind van de Vechtmachine gespeeld gaat worden. In totaal zijn er maar 11 directe kinderen gespeeld van hem. In 2010 werden er met vijf kinderen gespeeld, drie bij ons, één bij Peter van de Merwe en één bij Willem Heinhuis. De 012,013,080,556 en 438. De 013 was als jaarling al de 1e nationale Asduif eendaagse fond van Nederland, haar zuster  012 het jaar er op een nationale topper en superkweker. De 080 speelde maar heel kort maar was een topper. De 556 won bij Peter van de Merwe de Dutch Golden Classic en twee jaar later zelfs een 1e NPO en werd ook een superkweker en de 438 won bij Willem heinhuis op zijn eerste eendaagse fondvlucht een 2e NPO.                                                  De jonge vliegploeg hier is uiterst gezond, goed gebouwd en hebben alle kansen, maar er kan van alles gebeuren; Roofvogels, hoogspanningsdraden, verkeer, ze komen van alles tegen op hun pad naar huis. Maar niet alle goed gebouwde duiven, met prima afstamming en super gezonde duiven worden winnaars, de meesten niet zelfs. Soms zijn ze gewoon niet goed genoeg of niet gemotiveerd of …. Het kan van alles zijn. Maar over een paar weken zijn we op weg en weten we hoe we er voor staan


Op een foto ziet u Wim Coel en dochter Fien. Ik had voor Fien een jonge duif met de hand groot gebracht, ontzettend tam worden ze daar van. Het rode duivinnetje liep of vloog de hele dag hier achter me aan en dat niet van de honger hoor, nee ze wil graag bij je zijn. Op zondag reden we 250 kilometer naar België om de 21-305 B.F.F. naar Fien te brengen, en weer 250 terug hè.  Ze was er natuurlijk geweldig mee in haar sas. Die zondagavond moest B.F.F. voor de eerste keer in het speciale hokje in de tuin, naast de hokken van vader Wim. De maandagochtend vroeg uit bed, voor dat ze naar school ging(Fien is 9) nog snel bij B.F.F. kijken en verzorgen… de duif was weg, hokje was opengetrokken door de eigen hond en .. weg. Paniek natuurlijk, waar is B.F.F. , weg gevlogen of misschien erger nog opgegeten door de hond? Fien toch naar school en Wim maar vrij genomen van zijn werk, de hele dag gezocht en het hele dorp gevraagd naar de duif uit te kijken. Een buurman had gezien dat de hond achter de nog hele jonge duif aanzat. Dwars door de heg was hij gevlogen.  Tegen 16.00 uur heeft Wim alle duiven die hij heeft maar los gelaten, misschien zag B.F.F. vanuit haar schuilplaats de koppel . En ja hoor dat gebeurde, een uur later zat B.F.F. op het huis van de familie Coel. Geweldig natuurlijk, ze leeft nog. Fien buiten met een busje pinda’s. En ja daar kwam ze naar beneden, via de schuur zo in de armen van Fien. Gauw naar binnen, op de bank mocht B.F.F. bijkomen van dit avontuur. Vader, dochter en B.F.F. gezamenlijk op de bank en snel een foto gemaakt en naar mij gestuurd.     Een fijnere plek is er niet voor een duif dan bij Fien, maar de hond mag niet meer meedoen.
Als u als lezer vragen heeft, stuur ze naar de redactie die ze weer naar mij stuurt en ik kan de antwoorden meenemen in het volgende schrijfwerk.
Groet, blijf gezond en wees aardig tegen anderen
Gert Jan Beute
 

Terug