Dagboek

 

Beute Selectie info.

Bij het beoordelen van een duif zal worden gekeken naar de uiterlijke kenmerken, wat in het kopje gebeurt kunnen we niet zien. Of een duif op uw hok goed, matig of slecht verzorgd gaat worden in de toekomst kunnen we niet zien. Een goede liefhebber maakt van een iets minder gebouwde duif makkelijker een goede vlieger. En er zijn legio mensen die door slechte verzorging of “het gewoon niet zien” van een goed gebouwde duif met intelligentie zo maar een matig presterende duif maken.
De hand van u als liefhebber, en vooral uw ogen bepalen voor een deel de prestatie van uw duiven. Met uw ogen bedoel ik natuurlijk of u het ziet, een ziekte, het klimaat, de motivatie en wat er op uw hokken gebeurt, u moet het wel zien.

Bij de handselectie(beoordeling) zal eerst een bepaald type genoteerd worden, de meeste Vitesse duiven zijn wat breder aan de voorzijde, hellen wat naar voren, hebben gemiddeld een iets grotere bouw met bijbehorende grotere kop. En over het algemeen hebben Vitesse duiven een iets langere arm, hun borstspieren liggen dichter tegen het borstbeen aan en voelen wat harder aan. Mijn mening is dat een duif de eerste èèn, twee a drie uur(max) met zijn kop vliegt, ik bedoel daarmee dat een duif de eerste uren vliegt op motivatie en oriëntatie en met een matige tot slechte bouw zelfs kopprijzen kan winnen. Maar met een matige tot slechte bouw zullen de meeste duiven het geen seizoen kunnen volhouden. Ook de beste Vitesse duiven op afdeling en zeker op nationaal niveau zijn goed tot zeer goed gemaakt(van bouw).

Bij de allround duiven( types) zien we dat ze beter in de hand liggen, iets smaller aan de voorzijde, iets meer “vulling” aan de achterzijde, beter gespierd (ook iets verder van het borstbeen af gelegen). Allround types moeten in principe in staat zijn te presteren op alle vluchten van Vitesse, Midfond en dagfond. Door training, voeding en conditionering kan een allroundtype (zonder uiterlijke fouten) prijs vliegen op al deze afstanden.

Een eendaagse fondtype is heden ten dage wat kleiner van bouw, zijn rond, voelen vaak als een balletje(duivinnen), zijn goed gespierd en hebben een korte arm. Mijn mening is dat er niet heel veel verschil zit tussen een allround en een eendaagse fond duif qua type. Een duif die een vlucht van 700 km met 1000 mpm kan winnen (11,5 uur vliegen) kan dat ook op een vlucht van maar 2 uurtjes vliegen. Door motivatie, oriëntatie en het systeem van u als liefhebber. Andersom gaat dat bijna nooit op, een echte vitesse duif zal een 3/5 uurtjes vlucht soms nog aan kunnen maar zal afhaken bij die langere vluchten (langere vluchten qua aantal uurtjes). En soms kan een duif met vitesse bouw zelfs een eendaagse fondvlucht winnen, als de wind van achter komt, het uurtjes vliegen dus veel minder is, en door super motivatie kan het gebeuren dat zo een duif een npo vlucht wint. Ik zelf had dat bijvoorbeeld op Orleans 2012, toen ik met een jaarling de eerste npo won, de duif was een echte vitesse duif, en was van echt sprinterbloed (afstamming Euro Heremans). Was het een echte fondvlucht geweest met 9 tot 12 uurtjes vliegen dat had ze echt geen prijs gewonnen. Wat we bij de beste duiven op de eendaagse vluchten steeds vaker zien is dat de arm zo kort is dat hij bijna niet waarneembaar is en samen met goede spieren een vibrerende vleugel geeft, de zogenaamde trillers. U ziet op internet steeds meer filmpjes van duiven met een trillende vleugel (de liefhebber tilt de vleugel dan iets op). Meer en meer krijgt men door dat die trillende vleugels samen gaan met korte armen en goede spieren. Echte toppers op de vluchten met “veel uurtjes vliegen” hebben dat..

Marathon duiven zijn een slag apart, hier zien we een ander type duif. De ochtendlossing duiven (ZLU of non-stop) lijken veel op eendaagse fondduiven, hebben meestal een langere rug en een andere mentaliteit, ze zijn was rustiger in de handen en hebben voelbare andere spieren. Bij de overnachtduiven (middag lossing 800/ 1000 km) zien we meer diversiteit, er zijn heel goed gebouwde duiven bij en dat zijn altijd degene die het vaker dan èèn keer doen.                       
Duiven die echt vijf of zes keer een overnachtvlucht met goed gevolg volbrengen zitten ook de best gebouwde duiven.
Bij overnachtduiven (middaglossing 800/950 km) die een prijs winnen en soms zelfs vroeg maar matig van bouw zijn vinden we vaker nachtvliegers, die zijn minder in staat kop te vliegen door hun bouw maar omdat ze in de nacht stukken inhalen komen ze gewoon naar voren op de uitslag. Dus ook bij deze middaglossingen vinden we bij de echte supers een goede tot perfecte bouw. Maar zo nu en dan zien we een duif die het toch goed gedaan heeft op deze vluchten die minder goed van bouw zijn. Zie het als bij vitesse duiven. Ook daar zien we soms minder gebouwde duiven die het toch goed doen door hun verstand en motivatie. Maar dus ook bij de middag lossingen.
Duiven die in de nacht aankomen hebben trouwens allemaal een soort ster in het oog. De ondergrond kleur (vaak geel) zien we dan met uitsteeksels cq punten in de iris kleur. Het is opvallend dat alle nachtvliegers dat hebben. Omdraaien kun je het natuurlijk niet, je kunt niet zeggen dat iedere duif met zo een oog een nachtvlieger is. Dat vergeten mensen vaak: bepaalde kenmerken zie je bij top duiven, maar niet alle duiven met die kenmerken zijn top duiven.

Bij het keuren cq selecteren kijk ik altijd even naar de ogen. In mijn methode zijn er maar twee oogkleuren zijnde wit en geel. Ik kijk naar de ondergrond kleur en die is gewoon altijd wit of geel. Gemiddeld zie je bij vitesse duiven wat meer witogen en bij duiven voor de langere afstanden wat meer geel ogen. Bij marathon duiven zien we daarnaast ook nog eens dat gemiddeld de ogen wat donkerder zijn, de iris gaat wat meer naar de bruine kleur toe. Die mooie donkere ogen zien we ook vaker bij duiven die onder tropische omstandigheden wat vaker aan de kop zitten. Door de evolutie zijn die duiven ofwel die ogen daar geschikter voor. In landen met hoge temperaturen en dan ook nog spelers van lange afstanden zien we bijna alleen donkere ogen (meestal geel als ondergrond, ik noem ze zonnebril ogen).

Dan komen we nog bij wat ik plus of min ogen noem. Plus-ogen hebben een donkere antracietkleurige ring(verkenningcirkel) om de pupil en min-ogen  hebben die niet (of maar gedeeltelijk). Qua kwaliteit in presteren of kweken maakt het niets uit of een duif een plus of een min oog heeft. Wel zeer opvallend is dat alle echte superduiven die ik zag en waarvan ik de ouders mocht bekijken, dat één van die ouders een plus oog heeft of soms zelfs beide ouders of heel soms dat beide ouders een halve verkenningsring hebben. Een top duif uit twee ouders met een min oog heb ik nog niet gezien. Om de meeste kans te maken op goede jongen zet je dus steeds de best gebouwde duiven tegen elkaar en kijk je bij de koppeling naar de ogen, zorg dat dat één van de duiven van het koppel een plus-oog heeft. Kweek nooit alleen met duiven omdat ze mooie ogen hebben, als er een slechte bouw op een duif zit mag hij een geweldig oog hebben, kweken doen we er dan niet mee.

Andere opvallende zaken bij veel top duiven is dat ze een kleine pupil hebben, soms zelfs boos kijken en een scherpe bek hebben. En opvallend bij goede kweekduivinnen is dat ze naast een goede bouw, een (meestal) plus oog hebben dat er twee wratjes onder aan de bek zitten. Natuurlijk niet bij allemaal, maar wel opvallend dat het zo veel zijn die het wel hebben.

Liefhebbers die een geweldig kweekkoppel hebben, waar gewoon diverse asduiven, teletekst duiven of eerste prijswinnaars uit komen zijn soms verontwaardigd dat ik één van die duiven van het koppel een goede waardering geef en de ander een slechte. Ik denk dat heel veel top kweekkoppels gewoon één goede duif zijn met een …. partner. Dus dan heeft zo een liefhebber gewoon een goede kweekduif en is het soms nog beter om het koppel te scheiden en een betere partner te nemen.

We hebben het nog niet echt gehad over de rug en de vleugels en de stuit en dat zijn toch belangrijke onderdelen. Om met de rug te beginnen, eigenlijk moeten we spreken over rug, lendenen en bovenstuit. Maar ik noem het in één keer gewoon de rug. De rug is voor mij misschien wel het minst belangrijke aan een duif. Er zijn heel goede duiven die een matige rug hebben, geen slechte rug met zo een aangeplakte staart hoor, maar een matige rug. Een matige rug zou op de tentoonstelling 18 punten krijgen. Bij de rug zou je kunnen zeggen: Matig is het nieuwe goed. Die plank-ruggen die men vroeger graag zag en die eigenlijk op de show nog steeds gewenst zijn zie we bij de huidige topvlieger bijna niet. Goede hedendaagse wedstrijd duiven hebben een matige tot goede rug.
De stuit van een duif is veel belangrijker, maar niet altijd het zelfde te beoordelen. Door de rui, ziekte, zwakke gezondheid, ouderdom of veel eitjes leggen kan een stuit tijdelijk of blijven wat open staan. Soms zelfs heel erg open wanneer een duif veel te dik is of een breuk heeft, dan zou je een stuit moeten afkeuren... maar als je de oorzaak weet of in een bepaalde periode zit moet je er wel rekening mee houden. En er zijn diverse meningen over, in mijn visie moet een stuit goed gesloten zij, dik en stevig aanvoelen en niet te puntig. Maar door ervaring voel ik soms de oorzaak, dan is het niet iets van de desbetreffende duif maar een “tijdelijk of door oorzaak slechte stuit”.
Bij de vleugels zijn voor mij enkele zaken van belang. Ik heb het armpje graag zo kort mogelijk, omdat ik duiven wil die 11 uur kunnen vliegen. Maar selecteer ik een vitesse duif dan mag het armpje gerust langer zijn en krijgt hij toch het woord “goed”. In mijn visie moet er een redelijke verspringing tussen de voorvleugel en achtervleugel zitten ofwel de pennen van de achtervleugel “de broek” moeten wat korter zijn dan de eerste slagpen van de voorvleugel cq actieve vleugel.
Wanneer men de jongen net afzet van de ouders dan kijkt u daar niet naar, pas na de grote rui is de verspringing goed zichtbaar. En heel belangrijk vind ik dat de eerste vier/vijf slagpennen van de voorvleugel mooi dicht tegen en over elkaar liggen. Ik wil geen zogenaamde kippenvleugel , een kip kan slecht vliegen omdat de pennen te ver uit elkaar staat. Een kippenvleugel bij duiven is belangrijk maar niet van levensbelang, ze kunnen gewoon prijs winnen natuurlijk, maar het kost hun tijd, ze hebben gewoon minder draag en slagkracht. Bij echte super duiven zie ik het nooit. Wel opletten: door geen bad te geven gaan de eerste pennen wat uit elkaar staan, worden wat smaller en het lijkt of ze vierkanter zijn, het is dan geen kippenvleugel van geboorte maar door de omstandigheden en de verzorging van de baas zo geworden. Verder zie ik bij top duiven altijd een vrij lange vleugel die tot in het donkere stuk van de staart komt. Soms ziet men een duif met een mooie lange vleugel en die toch niet tot in het donkere stuk van de staart komt.... deze duiven hebben een slechte rug, waardoor er een aangeplakte staart aan hangt.. het lijkt dan voor sommigen alsof de vleugels te kort zijn.

Al met al veel info over selectie. Na de keuring krijgt een duif een cijfer variërend van 5 tot en met 8,5 . Geen enkele duif krijgt hoger dan een 8,5 (al denk ik het wel eens, deze verdiend een 9). In mijn methode kweekt men met alle duiven die het cijfer 8 hebben en dat is 8-. 8. 8+ of 8,5 soms moet ik het even uitleggen maar een 8- is dus net onder een 8 en een 8+ net boven de 8. Met een 7,5 kan men prima vliegen maar kweken pas wanneer het blijkt een excellente vlieger te zijn. In mijn visie moeten alle duiven onder de 7,5 verdwijnen van de hokken. Al vinden we heus wel eens een duif met een 7+ die het goed doet. Deze duif heeft dan veel verstand, oriëntatie en of motivatie en wat in het kopje van een duif aanwezig is kunnen we niet zien. Vooral als jonge duif en of op de vitesse zien we dus wel eens een 7 die het goed doet. Laat hem dan lekker op die afstanden, geniet er van maar kweek er niet uit. De kans dat uit matig gebouwde duiven een goede komt is bijna uitgesloten (kijk wel even bij het stukje over een goed kweekkoppel).

Ik denk dat iedereen die echt selecteert op duiven met een 8, die bij elkaar houd en zijn best doet beter gaat presteren dan ooit.
Uitzonderingen zijn er altijd, niemand is zonder fouten, ook een duiven keurder niet en men praat gewoonweg liever over die ene 6 die een goede duif werd dan over die honderden met een 8 die het ook werden. En laat u niet foppen, soms hoor ik: u heeft het fout want deze 6 is een goede duif omdat zijn opa een goede of dure was....  Of u heeft het fout, deze 6 is een goede vlieger. Op mijn vragen over welke prestaties? Ja drie eersten...op mijn hok... en ik speel niet zo goed. Regelmatig hoor ik over super prestaties maar bij navraag op papier.. komt er niks. GJB

COLUMN DE BRIEFTAUBE
4-7-2022

Brieftaube 16-06-2022
Het is nu half juni, we hebben acht (8) officiële vluchten gehad waaronder twee eendaagse fondvluchten vanuit Sourdun 520 km en Sens 556 km. De midfond en eendaagse fondvluchten hebben hier altijd twee nachten mand, dus op Chimay van 14 Mei waren we reeds begonnen met die twee nachten in de mand voor onze atleten. Op 23 Juli hebben we in principe de laatste eendaagse fondvlucht vanuit Issoudun wat een afstand heeft van 722 km. Ik zal u het rijtje wat we nog krijgen hier plaatsen.
18-06 Rethel                                 392 km
25-06 Fay au Loges                      625 km + Venlo 163 km
02-07 Chalons en Champagne   453 km
09-07 Vierzon                               692 km + Weert 182 km
16-07 Arlon                                    355 km
23-07 Issoudun                              722 km
Op 25 Juni en 9 juli zijn er naast de eendaagse fondvluchten ook een vitesse vlucht. Liefhebbers kunnen hun eigen keuze maken. Op 06-08 is er nog een nationale vlucht vanuit La Soutteraine met een afstand van 810 km. Deze laatste telt niet voor de kampioenschappen van de afdeling en zal dus door de meeste liefhebbers niet gespeeld worden. En vergeet niet dat de verste afstanden van onze afdeling nog een 40 km verder moeten. Het zijn nogal afstanden die de duiven moeten afleggen, en omdat wij alleen jaarlingen hebben dit seizoen moet je toch uitkijken dat het niet mis gaat. In een jaar met alleen jaarlingen moet je gewoon nog meer aan de toekomst denken, je wilt het volgende seizoen ook graag twee jarige duiven ( van twee jaar oud) en bij verspelen heb je niets meer.
We hebben nog diverse duiven met 100% prijs, dus acht keer mee en acht keer prijs. En een grote groep met zeven en zes prijzen van acht keer mee. We zijn na de laatste vlucht ( van 11 Juni) wel naar een kleinere groep gegaan en wel om twee redenen. Van de beste vliegers willen we graag hun partner thuis houden, we hopen dan dat de besten gemotiveerd blijven als ze bij thuiskomst hun partner vinden. En deze reden gaat ook vaak samen met de tweede reden, duiven die na acht weken niet in staat bleken vroege prijzen te winnen zullen dat waarschijnlijk ook niet gaan doen op de laatste zes (6) vluchten. Deze week ( 18-06) gaan er 25 a 30 mee. Bij onze beste 10 stuks tot nu toe zitten maar liefst 8 duivinnen. Duivinnen zijn ook veel taaier/sterker dan doffers, ze herstellen enorm snel, en kijken er in principe ook niet van op als hun doffer nog niet thuis is. De laatste drie vluchten (Sourdun, Arlon en Sens) waren pittig en het concours stond vrij lang open ( drie keer een uur tussen de eerste en laatste prijsduif). Maar de duiven kwamen steeds uitzonderlijk fit thuis, na zes of zeven uur vliegen hadden ze bij wijze van spreken het karton van de mand nog aan de pootjes, ze waren onderweg dus niet aan de grond gegaan. Eenmaal thuis op de valplank laten ze weten er te zijn en verwachten eerst een pinda voor ze naar binnen gaan. Als ze dan eenmaal binnen zijn en naar de waterbak lopen zie je heus dat ze moe zijn, maar op de valplank buiten zie je er niets aan. Op maandag ochtend trainen de duivinnen weer hun anderhalf uur (90 minuten) alsof ze niet zijn weggeweest.
Oudere liefhebbers weten nog maar al te goed dat hun duiven na een vlucht van 600/700 km door de pootjes zakten van de kramp. Ze waren leeg, alle reserves gebruikt. In de jaren 80 en 90 moesten de liefhebbers regelmatig de andere dag doorklokken omdat de eerste dag de punten nog niet verdiend waren. En dat is in deze tijd een zeldzaamheid. Vluchten die een dag extra open staan zijn er eigenlijk niet meer ( uitgezonderd die met slecht weer door regen en of storingen).  Door de strenge selectie op afstand geschiktheid, veel betere voeding maar vooral supplementen zijn onze duiven veel meer in staat om 10 uren aan een stuk te vliegen. Bij u in Duitsland en bij ons in Nederland moet een duif eigenlijk allround zijn, hij moet prijzen kunnen pakken op 100 km maar ook op de 700 km vlucht.                    En de komende weken komt het juist aan op die extra’s die een duif heeft naast de evenwichtige en in balans zijnde bouw. De gemiddeld iets kleinere duif met makkelijk opbollende spieren zal het veel beter aan kunnen dan een grotere naar voren hellende duif met snelle spieren. En die kleinere dus meer afstand geschikte duif zal ook veel eerder hersteld zijn van een pittige “veel uren” vlucht.
Er zijn nog steeds liefhebbers die het doen “zoals vroeger” , maar dat kan in deze moderne tijd niet meer als u bij de kampioenen wilt behoren. Met dubbel weduwschap zoals wij het spelen krijgen de duivinnen het zelfde voer als de weduwnaars. Ze komen thuis van de vlucht maar eigenlijk zijn we al weer bezig met de voorbereiding van de week er op. Bij thuiskomst staat er een mengeling van voeding gereed wat bestaat uit weduwschaps voer en een deel super energie. In de broedbakken ligt bij thuiskomst ook nog wat snoepzaad en bij het binnenroepen krijgen ze reeds enige pinda`s . Door het drinkwater gaat een natuurlijke ontsmetter (Pigeon Balance) en dat soms tezamen met elektrolyten (Electroboost). De dag na thuiskomst, en dan praat ik over deze tijd van langere en zwaardere vluchten staat er weduwschapsvoer in de gezamenlijke voerbakken( wij voeren niet in potjes per broedbak), over dat voer zit Olympic MG Mix aangeplakt met lecithine olie. En daar zijn we gelijk bij een extreem belangrijk punt. Deze olympic mix ( dierlijke eiwitten, magnesium etc) zorgt er voor dat de duiven op maandag reeds geheel herstelt zijn van de zware zaterdag vlucht. En aangeplakt met lecithine olie omdat deze plantaardige olie gemengd met een hoge dosis Lecithine welke speciaal ontwikkeld is voor duiven om de energie voorraad aan te vullen en op peil te kunnen houden. Het draagt er aan bij dat er meer reserve glycogeen kan worden opgebouwd, van belang is dat er langer energie voorradig zal zijn en dat verzuring van de spieren en organen minder en/of later zal optreden. En Lecithine is het enige product dat deze werking heeft. Op de dag na thuiskomst (Zondag) zit er wederom Pigeon Balance in het drinkwater.  Ook op maandag zit deze Olympic MG Mix en Lecithine olie op het voer geplakt. Nogmaals maar misschien ten overvloede; de duivinnen krijgen het zelfde voer als de weduwnaars. Op de maandag, dinsdag en woensdag hebben onze duiven de kruidendrank LTW door het drinkwater maar dat is algemeen bekend. Het is nu geen tijd meer om licht voer te geven, dus iedere dag weduwschap voer, volle bak tot een uur na de training, dan wegpakken. En dan tussen 12/13.00 een extra maaltijd met snoepzaad, hennep en wat pinda`s. Voor de liefhebbers die overdag gewoon naar hun werk zijn kan het ook in de avond tegen 20.00 uur. Wanneer we op donderdag inmanden ( wat we nu iedere week doen) dan krijgen de duiven op woensdag avond een maaltijd van weduwschap en super energie gemengd. Ook op die woensdag avond ( na de avond training) pakken we het voer na een uur weg. Op donderdag komen er geen duiven buiten voor training, op de dag van inzetten in principe nooit ( dus ook met twee nachten mand niet).  De donderdag schoon drinkwater of eventueel goede elektrolyten of en dat is het nieuwste speciaal voor duiven gemaakt  vitamine C. Vitamine C van deze kwaliteit wordt gebruikt bij pluimvee transport tegen hittestress. Op donderdag zetten we op de normale tijd een volle bak super energie op het hok, ze mogen daar de gehele dag van eten, het blijft gewoon staan tot het inmanden. Op donderdag in principe geen pinda`s meer geven( die zijn nog niet geheel verteerd op de vlucht dag)
Op ons hok geven we niet zo maar medicaties, de duivenarts moet iets gevonden hebben, dan volgen we zijn advies, maar gewone blinde kuurtjes doen we niet. Dat wil niet zeggen dat we er op tegen zijn. Veel liefhebbers geven om de vier weken een Belga magix tablet van de Weerd tegen het geel. En als men niet de tijd heeft voor doktersbezoek is het zelfs aan te bevelen. Wanneer u een geel tablet geeft doe dat dan op de avond van thuiskomst of de dag er na ( dus zaterdag of zondag). Maar misschien nog belangrijker dan het geel is het vrij houden van de luchtwegen. Duiven met het “koppen probleem” winnen geen prijs meer, komen niet meer op gewicht, raken achterop en u bent ze kwijt. En ook hier geldt het zelfde: Wanneer uw duivenarts iets constateert , grijpt u natuurlijk gelijk in. Maar ook hier, niet iedereen komt bij een dokter of het is te ver rijden of gewoon geen tijd. Dan moet u zelf wat doen. Om de drie weken een kuurtje door het drinkwater voor het koppen probleem kan natuurlijk prima, maar beter vind ik dan een behandeling per duif met om de vier weken een injectie met bijvoorbeeld DHS  ( Dihydrostreptomycin) of Lincomycine-Spectinomycine. En laten we eerlijk zijn, deze injecties worden ook gebruikt om te pieken op bepaalde vluchten ( dan op zondag en dinsdag). Er zijn zeer goede combinatie injecties te verkrijgen meestal gemengd met catosal. Hier op de hokken proberen we met iedere week een Yellow drop in beide neusgaten en goede oogdruppels medicatie te kunnen uitstellen
Rond deze tijd ( half tot eind Juni) is het ook aan te bevelen uw duiven een keer uit te roken met een rooktablet van Koudijs of de Pro-Smoke tablet van Pronafit. De oude Koudijs droogontsmetter was vele malen werkzamer omdat er Formalhyde in verwerkt zat maar dat mag niet meer. Nu hoor ik wel regelmatig van liefhebbers die een nieuw blokje gebruiken maar daar wat van die Formalhyde vloeistof in hebben laten trekken ( een paar druppels), maar dat op eigen hok nog niet getest.
Na een acht a negen weken spel moet je de gezondheid van een duif nog beter in de gaten houden, wanneer er iets aan de hand is met een duif staat deze misschien bij de grens België naar Duitsland aan de kant van de weg smekend om een lift naar huis. We moeten zeker zijn dat een duif de afstand aan kan, gezond is, alle voeding gehad heeft die ze nodig heeft en dan nog wat extra`s. Een mooi stukje daarover stond afgelopen week in het spoor der kampioenen over een duif van ons die een GPS ring droeg vanuit Sens (559 km). De duif werd om 09.00 uur gelost met duizenden anderen en arriveerde om 17.02 uur. De duif zat nog in de prijzen al was het in de 2e helft van de uitslag. Maar uit de GPS gegevens bleek dat de duif 650 km gevlogen had in plaats van 559 km dus maar liefst 91 km te veel en dan nog prijs vliegen is best bijzonder. De wind blies uit west tot noord en de 91 km die de duif om vloog was wederom een westelijke kromming. Je zou verwachten dat de duif een oostelijke kromming (bocht) zou maken maar nee, net als bijna alle duiven houden ze de westzijde aan( vanuit Sens Frankrijk eerst naar Zeeland bij de Noordzee op grens België/Nederland). De eerste drie uur vliegt de duif op een hoogte van zo`n 150 tot 200 meter met snelheden van maximaal 1350 mpm. Maar eenmaal uit de westelijke kromming gaat de snelheid omhoog tot boven de 1600 mpm en gaat de duif veel hoger vliegen naar 1230 meter met een uitschieter naar 1365 meter, dus een hoogte van 1,36 kilometer hoog ! En de GPS ring laat verder zien dat de duif in de iets meer dan acht uur vliegen geen enkele keer aan de grond ging, geen pauze of drinkbeurt. De 1365 meter hoogte was volgens de schrijver( Michel Beekman) de hoogste vlieghoogte die hij ooit zag bij vluchten in west Europa. En dat de duif in die acht uur nooit pauze nam of een drinkbeurt zag hij ook nog niet vaak. Zie de foto`s die ik mee stuur.
 
 

Terug