Lees het dagboek van Gert Jan Beute

Dagboek dinsdag 4 februari 2025

4-2-2025

Op het internet ging het bij een item over 80% verliezen van jonge duiven door stralingen van bijvoorbeeld G5 masten. Ik vertelde dat ik er niet in geloofde maar het natuurlijk ook niet zeker weet en vervolgende met de volgende tekst : Maar stel dat het wel zo is, dat een jonge duif vatbaar is voor stralingen van G5 masten of de extreem zware stroomkabels die op sommige plaatsen door ons land lopen ( onder de grond). Stel dat het wel zo is? Wij doen al jaren onze jongen als ze net buiten komen maar nog niet vliegen in afdeling manden, achter in de auto, rijden er mee rond als we van Drenthe naar Den Haag gaan, stoppen onderweg bij een G5 mast, daar staan we dan pal onder. Wel meer dan een uur , ze krijgen eten in de mand , vers water en aandacht. Ik pak er een paar uit, praat met ze zoals ik ook in het hok doe. En na die 1 a 1,5 uur onder die mast rijden we door. Ze wennen aan het auto rijden, remmen, rotondes etc.

 

Aangekomen in Den Haag open we de deuren weer , wat voer , schoon water, wat pinda’s en weer een half uurtje aandacht , praten en beetpakken. Wij overnachten daar , de andere ochtend weer eerst het zelfde met voer, water en aandacht. Gaan weer richting Drenthe , op een kaart gekeken waar die superzware stroomkabels liggen , precies op dat coördinaat stoppen we weer voor een tijdje, en weer het zelfde ritueel, het horen van mijn stem en wat lekkers (pinda’s).Eenmaal thuisgekomen gaan de manden naar het hok, de duiven wandelen vanuit de mand het hok binnen. Dat is hun veilige plek. Stel dat er een verband zou zitten tussen straling van zendmasten en verliezen door angst. Onze jongen kennen het gevoel en weten dat ze daarna gewoon thuiskomen en veilig in hun hok met de voer en water bak op exact de zelfde plaats staat Die rit met bochten , remmen , rotondes , zendmasten , stroomkabels was misschien spannend maar we zijn allemaal weer thuis. En gaan we een dag of weekend naar familie in Maaseik België ? De jongen staan achter in de auto, vrijdag in de mand , zondag avond er weer uit, zonder ook maar een cm te vliegen .

Verspelen van jongen zal volgens mij niet door die masten komen , maar ik laat niets aan het toeval over.

Hier geen grote verliezen , voor de vluchten een flink aantal door roofvogels maar tijdens opleren en de vluchten weinig.

 

Verspelen van jongen komt ( volgens mij) door kweken uit ongeschikte duiven, uit duiven die zelf en hun ouders niet gevlogen hebben. Door kweken uit twee min-ogen tegen elkaar en een groot deel door matige verzorging en mismanagement wat betreft vaccinaties en opleiding van de junioren.

En als laatste zou er een enorm deel minder verliezen zijn op de eerste twee vluchten als de afdelingen twee africhting vluchten zouden organiseren met zeer korte afstand en twee nachten mand ! Dus twee africhting vluchten en de eerste twee vluchten gelijk twee nachten mand.

Een jonge duif dus voor de eerste keer in de mand in de vrachtwagen gaat op vrijdag avond,  blijft staan in de mand waar hij staat. De vrachtwagen rijd naar de losplaats, de jongen krijgen water maar veel van de jongen die niet exact naast de watergoot staan drinken niet. Ze hebben stress, moeten eigenlijk water hebben maar blijven staan waar ze staan en opeens gaan de kleppen open en moeten ze naar huis, een plek die ze niet kennen ,stress of spanning van de eerste mand ervaring en een droge keel. Onderweg vliegen ze uit onwennigheid achter ieder groepje aan, maken veel meer kilometers en de dorst en dus paniek slaat toe. Na uren vliegen raakt hun systeem gestoord, weten ze het niet meer en gaan naar beneden.  Is daar toevallig redelijk schoon water dan knappen ze op, hun systeem hersteld en ze gaan op hun eigen tempo en gevoel naar huis. Was er geen drinkbaar water op hun “neerstort plek” dan zie je ze nooit weer.

 

* Bij twee nachten mand tijdens training vluchten en de eerste één a twee wedvluchten gaan de jongen op donderdag in de korf, gaan naar de losplaats , krijgen water en op vrijdag ochtend ook voer ! Dat voer ligt door de gehele mand heen dus ook die achter aan staan eten hun buikje vol. Hun systeem geeft na het eten aan;  we moeten water drinken , de gehele vrijdag en de eerste uren van zaterdag hebben ze de tijd om bij de drinkgoten te komen met misschien een beetje hulp van een goede verzorger c.q. begeleider. Zaterdag gaan ze er uit zonder dorst , zonder hitte-stress en hebben uren en uren meer de tijd om te zoeken zonder  “gek worden van de dorst”

Het verspelen van grote aantallen jonge duiven komt door slechte voorbereiding van u als melker/coach en door gebrek aan water en stress op de eerste vluchten met één nacht mand.

 

Update c.q. aanvulling

Om het zeker te weten of G5 masten, hoogspanningskabels en/of ondergrondse stroomkabels invloed hebben op de oriëntatie van onze duiven, toch even het internet geraadpleegd.

 

Hoogspanningskabels kunnen invloed hebben op de oriëntatie van vogels, waaronder duiven, maar de mate van invloed hangt af van de sterkte en aard van de elektromagnetische velden (EMV) die door deze kabels worden gegenereerd.

 

1. Magnetisch kompas en elektromagnetische velden

Veel vogels, waaronder duiven, maken gebruik van het magnetisch veld van de aarde om te navigeren. Hoogspanningskabels genereren elektromagnetische velden die lokaal het aardmagnetisch veld kunnen verstoren. Dit kan verwarring veroorzaken bij vogels die dit zintuig gebruiken om hun positie te bepalen.

Effect op korte afstand: De elektromagnetische velden rond hoogspanningskabels zijn het sterkst dichtbij de kabels. Onder of direct naast een hoogspanningslijn kunnen duiven tijdelijk moeite hebben met het interpreteren van het magnetisch veld.

Effect op grotere afstand: Elektromagnetische velden nemen snel in sterkte af naarmate de afstand tot de kabels toeneemt. Op enkele tientallen meters is de invloed meestal verwaarloosbaar.

2. Ondergrondse hoogspanningskabels

Bij ondergrondse hoogspanningskabels wordt het elektromagnetisch veld deels afgeschermd door de grond. Dit maakt de invloed minder sterk dan bij bovengrondse kabels, maar volledig uitsluiten kan men het effect niet. Voor vogels die laag bij de grond vliegen, zoals duiven tijdens hun landing of het verlaten van het hok, zou dit in theorie invloed kunnen hebben.

3. Praktijkervaringen

Veel duivenliefhebbers rapporteren dat duiven soms een afwijkend gedrag vertonen bij vluchten langs hoogspanningslijnen. Dit kan te maken hebben met:Visuele obstakels: Bovengrondse hoogspanningskabels zijn moeilijk zichtbaar voor vogels. Dit kan leiden tot ontwijkingsgedrag of botsingen.

Elektrische ruis: Hoogspanningslijnen kunnen ook geluid of subtiele trillingen veroorzaken, wat mogelijk stress of verwarring kan opwekken bij vogels.

4. Wetenschappelijk onderzoek

Er zijn onderzoeken die aantonen dat elektromagnetische velden van hoogspanningslijnen het gedrag van vogels kunnen beïnvloeden. Het gaat vaak om:

Verminderde oriëntatie in de directe nabijheid van de kabels.

Verandering in vliegpatronen, waarbij vogels hoogspanningslijnen vermijden.

Toch zijn deze effecten meestal beperkt tot gebieden direct onder of nabij de kabels. Verder van de lijnen nemen de effecten aanzienlijk af.

Conclusie

Hoogspanningskabels, zowel bovengronds als ondergronds, kunnen lokaal invloed hebben op de oriëntatie van duiven, vooral wanneer ze zich dicht bij de kabels bevinden. Deze invloed is echter tijdelijk en neemt sterk af naarmate de afstand tot de kabels groter wordt. Voor een optimale vluchtlocatie is het verstandig om hokken en trainingsroutes niet te dicht bij hoogspanningskabels te situeren, als dat mogelijk is. G.5 masten lijken geen invloed te hebben op onze duiven

Met vriendelijke groet, Gert Jan Beute

 

Terug