Lees het dagboek van Gert Jan Beute
Dagboek maandag 12 mei 2025
12-5-2025
Warmte, wind en vochthuishouding – we gaan naar de halve fond
De mooie vluchten komen eraan. Heel Nederland en België zijn inmiddels begonnen met de midfond – of zoals onze zuiderburen zeggen: de halve fond. De afstanden worden langer, de wedstrijden zwaarder. En met die zwaardere vluchten komt ook de noodzaak tot nóg scherpere begeleiding.
De eerste vluchten van dit seizoen waren bepaald geen sinecure. Zes weken op rij stond de wind in het oosten – van zuidoost tot noordoost. En wie een beetje op de kaart kijkt, snapt het meteen: onze duiven worden constant richting de kust gedrukt. Voor liefhebbers aan de oostkant van hun vereniging, rayon of afdeling is dat flink balen. Hun duiven leggen, simpel gezegd, méér kilometers af dan de rechte lijn doet vermoeden. Niet alleen door de wind, maar ook door iets dat veel liefhebbers nog altijd onderschatten: duiven maken vaak een westelijke boog, ongeacht de windrichting. Uit onderzoek met gps-ringen blijkt dat deze afwijking komt door de draaiing van de aarde en het magnetisch veld. Fascinerend, toch?
Maar we blijven met beide benen op de grond. Wat merken wij, op het hok? Wat doen die oostenwinden nog meer, behalve de vlieglijnen beïnvloeden? Ze brengen vooral droogte en warmte. Mooie heldere dagen, zeker, maar ook gevaarlijk lage luchtvochtigheid in onze hokken. En dáár moeten we scherp op zijn.
Zodra de luchtvochtigheid zakt onder de 45% – en dat gebeurt bij dit weer razendsnel – kunnen er problemen ontstaan. Onze duiven beginnen te krabben aan hun kop, zitten losser in het pak, en bij de oortjes steken de fijne veertjes naar buiten. De lucht is te droog. Op zich kunnen duiven daar best tegen, maar we mogen nooit vergeten: ze zijn geen sierduiven, ze vliegen wedstrijden. En droge luchtwegen zijn funest voor prestaties.
Het zogenaamde 'droge snot' – een uitgedroogde substantie die normaal vochtig moet zijn in neus en keel – is moeilijk af te voeren. Een duif kan dat niet meer ‘weggooien’ door met de kop te schudden. En dat heeft directe gevolgen voor het oriëntatievermogen. In en achter de neus zit namelijk een belangrijk onderdeel van het oriëntatiesysteem. Dat systeem werkt met magnetische velden, maar ook met geurherkenning. Als dat verstoord is, is het oriëntatiegevoel dat ook. Simpel.
Wat kun je doen? Allereerst: hang een geijkte hygrometer in je hok. Zit je tussen de 45 en 60 procent luchtvochtigheid, dan is het goed. Zakt het onder de 45%, dan moet je in actie komen. Natte doeken, het bad omkeren in het hok, of desnoods een plantenspuit – alles helpt, al is het laatste maar tijdelijk. Een kwartier later is de waarde alweer gezakt.
Daarnaast is het verstandig om goed te druppelen. Oog- en neusdruppels houden het vochtgehalte op peil, ontsmetten, openen de traanbuis én maken het droge snot weer vloeibaar, zodat de duif het kwijt kan. De druppels van BEUTE zijn hiervoor ideaal. Bij het inzetten én de dag van thuiskomst gebruiken. Let op: als je de druppel in het oog doet en hij zakt niet weg, is de traanbuis verstopt. Dan gaat oriënteren sowieso moeilijk worden. Een duif die de druppel direct wegtrekt en even “smakt” heeft weer een vrije baan.
Voor het oplossen van slijm en een extra ontsmettende werking is er BEUTE Yellow Drops. Eén druppel in beide neusgaten op dinsdag en de duif is weer vrij van neus naar keel. In de bek of via het water werkt het niet op de juiste plek. Natuurlijk, het is werk. Zeker als je veel duiven hebt. Maar dan doe je het toch gewoon over het voer? 15 tot 20 druppels per kilo, eventueel met een beetje Olympic MG Mix erbij. Beter op het voer dan helemaal niet.
Waarom op dinsdag? Omdat je op zondag en maandag al Olympic MG Mix met lecithine olie over het voer geeft. De dinsdag is het perfecte moment, midden in de week, tussen thuiskomst en volgende inzet. Ze hebben nog honger én het past mooi in het schema.
En ja, op donderdag – de dag van inzetten voor een langere vlucht – steek je een SUPPORT en een BECONVAL capsule. Eerst SUPPORT, dan BECONVAL. Die tweede drukt de eerste altijd nog netjes door. Wat doet het? Heel simpel: het zorgt ervoor dat de energie in de duif oploopt tijdens de rust, en op zaterdag bij lossing zit er nog altijd ‘reserve’ in. Door deze capsules kan je duif op zaterdag twee tot drie uur langer vliegen zonder aan de grond te moeten om iets te eten.
Bij marathonvluchten van 1000 km steek je ze gerust ook op de dag vóór het inzetten. Waarom niet? We vragen meer, dus we geven meer.
Onze duiven vliegen nu elke week. En ze kunnen dat ook, met de juiste begeleiding. Laat me dat schema nog één keer schetsen:
- Zondag & maandag: Olympic MG Mix + lecithine olie over het voer
- Zaterdag bij thuiskomst: Eerst Electroboost, daarna Pigeon Balance in het water
- Zondag: Opnieuw Pigeon Balance
- Maandag t/m woensdag: LTW in het drinkwater
- Woensdag: LTW + BEVISOL (vitamines met langwerkende B en D)
- Dinsdag: Yellow Drops via neus óf over het voer (niet vergeten)
- Donderdag: SUPPORT + BECONVAL capsule bij inzetten. En als het warm wordt: ELECTROBOOST ook op donderdag
En denk eraan: als er van die mengsels nog wat over is – geef het gewoon aan de jongen. Die kunnen het net zo goed gebruiken. Weggooien is zonde.
We gaan de zomer in. De halve fond is gestart. De duiven moeten top zijn. En met een beetje extra kennis en inzet van de melker maken we van droogte, wind en warmte geen vijanden, maar voorwaarden die we beheersen.
Succes komend weekend!